5 Installatie van de leidingen
5.2.1
Verbindingen tussen buiten- en
binnenunit met verloopstukken
Totale capaciteitsklasse van de binnenunits die op deze
buitenunit kunnen worden aangesloten:
Buitenunit
2MXM40
2MXM50
Poort
Klasse
2MXM40
A
15, 20, 25, 35
B
15, 20, 25, 35
2MXM50
A
15, 20, 25, 35, 42
B
15, 20, 25, 35
42, 50
(a)
Gebruik optioneel accessoire.
Type verloopstuk
1
2
Voorbeeld van aansluiting:
▪ Een leiding van Ø9,5 mm aansluiten op een aansluiting voor een
gasleiding van Ø12,7 mm
a
b
a
Aansluitingspoort buitenunit
b
Verloopstuk type 1
c
Verloopstuk type 2
d
Wartelmoer voor Ø12,7 mm
e
Leidingen tussen units
Breng een laagje koelmachine-olie aan op de bedrade aansluitpoort
van de buitenunit waar de wartelmoer in past.
Wartelmoer voor (mm)
Ø12,7
OPMERKING
Gebruik een geschikte sleutel om te voorkomen dat u de
wartelmoer te vast draait en zo de schroefdraad
beschadigt. Draai de moer NIET te vast; anders kan de
kleine leiding schade oplopen (ongeveer 2/3-1× van het
normale aanhaalkoppel).
5.2.2
Koelmiddelleiding op buitenunit
aansluiten
▪ Leidinglengte. Houd de lokale leidingen zo kort mogelijk.
Montagehandleiding
14
Totale capaciteitsklasse
binnenunits
≤6,0 kW
≤8,5 kW
Verloopstuk
—
—
(a)
—
1+2
—
Aansluiting
Ø12,7 mm → Ø9,5 mm
Ø12,7 mm → Ø9,5 mm
c
d
e
Aanhaalmoment (N•m)
50~60
▪ Bescherming leidingen. Bescherm de lokale leidingen tegen
fysieke schade.
WAARSCHUWING
Sluit de koelmiddelleidingen goed aan voordat u de
compressor inschakelt. Als de koelmiddelleidingen NIET
zijn aangesloten en de afsluiter tijdens het afpompen
openstaat, wordt lucht in het circuit gezogen wanneer de
compressor wordt ingeschakeld. Dit veroorzaakt dan een
abnormale druk in de koelcyclus, wat kan leiden tot schade
aan de apparatuur en zelfs letsels.
OPMERKING
▪ Gebruik de flaremoer die op de hoofdunit is bevestigd.
▪ Om gaslekken te voorkomen, brengt u koelolie aan op
alleen de binnenkant van de verbreding. Gebruik
koelolie voor R32 (Voorbeeld: FW68DA).
▪ Hergebruik GEEN verbindingen.
1 Sluit de koelvloeistofaansluiting van de binnenunit aan op de
vloeistofafsluiter van de buitenunit.
a
b
c
d
a
Vloeistofafsluiter (kamer A)
b
Gasafsluiter (kamer A)
c
Vloeistofafsluiter (kamer B)
d
Gasafsluiter (kamer B)
e
Servicepoort
2 Sluit de gasaansluiting van de binnenunit aan op de gasafsluiter
van de buitenunit.
OPMERKING
Er wordt geadviseerd de koelmiddelleidingen tussen de
binnen- en de buitenunit in een buis te leggen of
afwerkingstape rond deze leidingen te wikkelen.
5.3
Koelmiddelleiding controleren
5.3.1
Op lekkages controleren
OPMERKING
Overtreft de maximale werkdruk van de unit NIET (zie "PS
High" op het naamplaatje van de unit).
OPMERKING
Gebruik ALTIJD een aanbevolen bellentestoplossing van
bij uw groothandelaar.
Gebruik NOOIT zeepwater:
▪ Zeepwater kan componenten zoals flaremoeren of
deksels van afsluiters doen barsten.
▪ Zeepwater kan zout bevatten, dat vocht opneemt en
bevriest wanneer de leidingen koud worden.
▪ Zeepwater
bevat
flareverbindingen kan veroorzaken (tussen de messing
flaremoer en de koperen flare).
1 Vul het systeem met stikstofgas tot op een manometerdruk van
minstens 200 kPa (2 bar). Het is aanbevolen de druk tot
3000 kPa (30 bar) te verhogen om kleine lekken te vinden.
e
ammoniak,
dat
corrosie
van
2MXM40+50A9
R32 Split-reeks
3P600450-8T – 2022.09