ALARM ID
BESCHRIJVING
Onvoldoende water. Daling
AF:23
waterniveau in kuip.
Afwijking hydraulisch circuit.
Afwijking verbonden aan de
AF:25
waspomp "ML". Druk waspomp
onvoldoende.
Afwijking verbonden aan het
ongewenst binnenstromen van
AF:26
water in de kuip. Mogelijke breuk
van de vulklep voor het koude
water "EVF".
Afwijking verbonden aan het
ongewenst binnenstromen van
gedemineraliseerd water in de
AF:28
kuip. Mogelijke breuk van de
vulklep voor het koude water
"EVD".
De kuip wordt niet geleegd. Geen
AF:29
waterafvoer.
Tijdens de werkcyclus stijgt het
waterniveau tot boven het
AF:30
veiligheidsniveau.
Veiligheidsniveau van het water.
Er blijft water achter in de
AF:32
waskamer terwijl de machine in
stand-by staat.
Gebruikershandleiding
Controles en procedures vergelijkbaar met die voor AF:11
Controleer verder of de machine geen lekkages heeft; dit is
zichtbaar aan de aanwezigheid van water in de nabijheid van het
apparaat.
Bij lekkages moet u onmiddellijk alle vulwaterkraantjes sluiten
en de technische servicedienst waarschuwen.
Mogelijke aanwezigheid van schuim in de kuip.
Controleer het gebruikte type reinigingsmiddel.
Voor de gebruiker: voer de hierboven beschreven
DEFAULTPROCEDURE uit. Wanneer het alarm niet stopt moet u
de HERSTELPROCEDURE uitvoeren.
Controleer de watertoevoer:
controleer of de druk van het vulwater binnen het toegestane
bereik is.
Voer de hierboven beschreven DEFAULTPROCEDURE uit.
Wanneer het alarm niet stopt moet u de HERSTELPROCEDURE
uitvoeren.
Controleer verder of de machine geen lekkages heeft; dit is
zichtbaar aan de aanwezigheid van water in de nabijheid van het
apparaat.
Bij lekkages moet u onmiddellijk alle vulwaterkraantjes sluiten
en de technische servicedienst waarschuwen.
Controleer de watertoevoer:
controleer of de druk van het gedemineraliseerde water binnen
het toegestane bereik is.
Voer de hierboven beschreven DEFAULTPROCEDURE uit.
Wanneer het alarm niet stopt moet u de HERSTELPROCEDURE
uitvoeren.
Controleer verder of de machine geen lekkages heeft; dit is
zichtbaar aan de aanwezigheid van water in de nabijheid van het
apparaat.
Bij lekkages moet u onmiddellijk alle vulwaterkraantjes sluiten
en de technische servicedienst waarschuwen.
Controleer de aansluiting op de waterafvoer,
en in het bijzonder de hoogte van de afvoeraansluitingen ten
opzichte van de voorschriften en eventuele vernauwingen in de
afvoerslangen.
Controleer de watertoevoer van de machine:
1. Druk aan de ingang.
2. De juistheid van de aansluitingen, volgens de voorschriften in
deze handleiding.
Voor de gebruiker: voer de hierboven beschreven
DEFAULTPROCEDURE uit. Wanneer het alarm niet stopt moet u
de HERSTELPROCEDURE uitvoeren.
Bij lekkages moet u onmiddellijk alle vulwaterkraantjes sluiten
en de technische servicedienst waarschuwen.
Voor de gebruiker: voer de hierboven beschreven
DEFAULTPROCEDURE uit. Wanneer het alarm niet stopt moet u
de HERSTELPROCEDURE uitvoeren.
Bij lekkages moet u onmiddellijk alle vulwaterkraantjes sluiten en
de technische servicedienst waarschuwen.
WD2145 - WD1160 - WD4060 - WD4190
HANDELING GEBRUIKER
Pag. 68 - 97