6.4
GEHEUGENARCHIEF, OVERSCHRIJVING
De machine slaat de gegevens de gegevens met betrekking tot de uitgevoerde cyclussen en alle in werking getreden
alarmen op in haar eigen interne geheugen, op een elektronische kaart.
U kunt het archief van de machine aflezen met de TRACELOG-software.
U kunt met een instellingsparameter het overschrijven van het archief toestaan of blokkeren, met name met de
parameter Set: -b – zie verderop.
De parameter Set -b kan twee waarden hebben:
- "0" met als betekenis "overschrijven geblokkeerd"
- "1" met als betekenis "overschrijven toegestaan" – 1 is de defaultwaarde van de parameter, het overschrijven is
toegestaan en er treedt geen alarm op bij een vol geheugenarchief.
LET OP
Wanneer het overschrijven is geblokkeerd, parameter "-b=0", zal alarm AF:91 in werking treden zodra
het archief vol is.
In dit geval is de machine geblokkeerd, zal zij geen cyclussen meer uitvoeren tot het archief wordt
geledigd en ruimte in het geheugen is vrijgemaakt. Dit is alleen mogelijk met de TRACELOG-software.
fig. 34 – SET machineparameters, de parameter –b is gekoppeld aan de mogelijkheid om het interne geheugenarchief te overschrijven.
Onderstaand ziet u een voorbeeld van de gegevens die met een leessleutel zijn opgeslagen in het interne geheugen.
De gegevens zijn toegankelijk via de TRACELOG-software.
Gebruikershandleiding
WD2145 - WD1160 - WD4060 - WD4190
Pag. 52 - 97