ALARM ID
BESCHRIJVING
Het water wordt niet binnen de
AF:01
voorziene tijd verwarmd.
Het temperatuurverschil tussen de
twee sondes, "TL1" en "TC", is
AF:02
groter dan 2°C (alleen actief op de
serie WD)
De sonde "TL1" (temperatuur in de
kuip) meet een hogere
AF:04
temperatuur dan de
doeltemperatuur.
De werktemperatuursonde "TL1"
AF:05
genereert een abnormaal signaal
(sonde "geopend").
De temperatuursonde voor het
AF:07
drogen, TA1, genereert een
abnormaal signaal (sonde "open").
De controletemperatuursonde TCL
genereert een abnormaal signaal
AF:10
(sonde "open").
(alleen actief op de serie WD)
Geen koud water tijdens de
AF:11
vulfasen.
Geen gedemineraliseerd water
AF:13
(demiwater).
Vultijd van het koude water niet
AF:17
correct.
Vultijd demiwater te lang. De
machine heeft teveel tijd nodig
AF:19
voor het vullen met
gedemineraliseerd water.
Gebruikershandleiding
Voor de gebruiker: voer de hierboven beschreven
DEFAULTPROCEDURE uit. Wanneer het alarm niet stopt moet u
de HERSTELPROCEDURE uitvoeren.
Voor de gebruiker: voer de hierboven beschreven
DEFAULTPROCEDURE uit. Wanneer het alarm niet stopt moet u
de HERSTELPROCEDURE uitvoeren.
Voor de gebruiker: voer de hierboven beschreven
DEFAULTPROCEDURE uit. Wanneer het alarm niet stopt moet u
de HERSTELPROCEDURE uitvoeren.
Voor de gebruiker: voer de hierboven beschreven
DEFAULTPROCEDURE uit. Wanneer het alarm niet stopt moet u
de HERSTELPROCEDURE uitvoeren.
Voor de gebruiker: voer de hierboven beschreven
DEFAULTPROCEDURE uit. Wanneer het alarm niet stopt moet u
de HERSTELPROCEDURE uitvoeren.
Voor de gebruiker: voer de hierboven beschreven
DEFAULTPROCEDURE uit. Wanneer het alarm niet stopt moet u
de HERSTELPROCEDURE uitvoeren.
Controleer de watertoevoer:
1. Controleer of de kraan aan de ingang open is.
2. Controleer de druk van het vulwater.
3. Controleer de correcte plaatsing van de vulslangen.
Voer de hierboven beschreven DEFAULTPROCEDURE uit.
Wanneer het alarm niet stopt moet u de HERSTELPROCEDURE
uitvoeren.
Controleer de watervoorziening - demiwater:
1. Controleer of de kraan aan de ingang open is.
2. Bij water in een tank (met optionele PAD-pomp) moet u
controleren of de tank niet leeg is of te laag is
opgesteld.
3. Controleer de druk van het vulwater.
4. Controleer de overeenstemming tussen de instellingen
op de display en de hydraulische aansluitingen
(aanwezigheid of niet van demiwater).
Voer de hierboven beschreven DEFAULTPROCEDURE uit.
Wanneer het alarm niet stopt moet u de HERSTELPROCEDURE
uitvoeren.
Controles en procedures vergelijkbaar met die voor AF:11
Controles en procedures vergelijkbaar met die voor AF:13
WD2145 - WD1160 - WD4060 - WD4190
HANDELING GEBRUIKER
Pag. 67 - 97