Tabel 14. Geavanceerde Help-opdrachten (vervolg)
Opdracht
network_diag[--date] [--link] [--show-macs] [--wifi] [--help] [--
wifi-mon] <host>
network_logging <wifi|cellular|ethernet>
p2p_update [enable | disable]
rlz < status | enable | disable>
rollback
route [-n] [-6]
set_apn [-n <network-id>] [-u <username>] [-p <password>]
<apn>
set_apn - c
set_arpgw <true | false>
set_cellular_ppp [-u <username>] [-p <password>]
set_cellular_ppp -c
sound <command> <argument>
storage_status
storage_test_1
storage_test_2
syslog <bericht>
tpcontrol{status | taptoclick [on|off] sensitivity [1-5] | set
<property>< value>} tpcontrol {syntp [on|off]}
tracepath [-n] <destination>[/port]
66
Problemen oplossen
Doel
Hiermee voert u een reeks diagnostische gegevens voor het
netwerk uit en bewaart u een exemplaar van de uitvoer in uw
downloadmap.
Hiermee wordt een vooraf gedefinieerde reeks voor foutopsporing
van het opgegeven apparaat ingeschakeld.
Hiermee schakelt u peer-to-peer-deling (P2P) van updates via
het lokale netwerk in of uit. Op deze manier wordt geprobeerd
om updates van andere peers in het netwerk op te halen en de
gedownloade updates met deze peers te delen. Als u de huidige
status wilt weergeven, voert u deze opdracht zonder argumenten
uit.
Hiermee kunt u RLZ in- of uitschakelen.
Pogingen om de vorige update die op uw systeem is uitgevoerd
terug te zetten. Alleen beschikbaar bij niet-stabiele kanalen en
voor apparaten die niet bij het bedrijf zijn ingeschreven. Houd er
rekening mee dat hiermee uw apparaat wordt schoongemaakt.
Hiermee worden de routeringstabellen weergegeven.
Hiermee stelt u in dat de APN wordt gebruikt bij het maken van
verbinding met het netwerk dat is opgegeven door <network-id>.
Als de <netwerk-id> niet is opgegeven, gebruikt u de netwerk-id
van het netwerk dat momenteel is geregistreerd.
Hiermee wist u de APN die moet worden gebruikt, zodat de
standaard-APN wordt gebruikt.
Hiermee schakelt u de extra controle van de netwerkstatus in,
zodat de standaardgateway bereikbaar is.
Hiermee stelt u de PPP-gebruikersnaam en/of het wachtwoord
voor een bestaande mobiele verbinding in. Als noch -u noch -p
wordt getoond, wordt hiermee de bestaande PPP-gebruikersnaam
voor de mobiele verbinding weergegeven.
Hiermee worden de bestaande PPP-gebruikersnaam en het PPP-
wachtwoord voor een bestaande mobiele verbinding gewist.
Configuratie voor laag geluid. Deze instelling kan worden gebruikt
voor het afspelen of opnemen van audiogeluid en bundelvorming
op Pixel in te schakelen. sound beamforming <on|off > schakelt
deze functie in of uit. Met sound record [duration] wordt
de opname gestart. Met sound play <filename> speelt u de
opgenomen audiofragmenten af
Hiermee leest u de SMART-status van uw opslagapparaat, de
kenmerken van de leverancier en de foutlogbestanden.
Hiermee voert u een korte offline SMART-test uit.
Hiermee voert u een uitgebreide leesbaarheidstest uit.
Hiermee wordt een bericht naar een systeenmlogbestand
overgezet.
Hiermee kan de gebruiker handmatig geavanceerde touchpad-
instellingen aanpassen.
Hiermee wordt het pad/de route naar een netwerkhost
vastgesteld.