Opmerking:
Gebruik om het knikken van de
condensafvoerslang te voorkomen de
meegeleverde hoekkoppeling.
Afb. 9:
Condensafvoer aan de binnenzijde van de warmte-
wisselaar installeren
4.5 Wateraansluiting aansluiten
Aan de lucht/water-warmtewisselaar kunt u voor
zowel de inlaat- als de retourleiding een flexibele
koelwaterslang, Ø 12 mm (
De koelwaterslang
– dient knikvrij te zijn
– mag bij een verlenging niet in doorsnede worden
gereduceerd en dient eventueel te worden geïso-
leerd.
Afb. 10:
Koelwatertoevoer (boven) en -retour (midden) aan
de binnenzijde van de warmtewisselaar aansluiten
Montage-, installatie- en bedieningshandleiding Rittal lucht/water-warmtewisselaars
Ø 12 mm (
)
1
/
˝) monteren.
2
4 Montage en aansluiting
4.5.1 Montage aan de warmtewisselaarzijde
Schuif de afdichtringen op de schroefdraadbus en
haal ze met behulp van de in het verzendzakje
meegeleverde wartel met minimaal 25 Nm en
maximaal 30 Nm aan. Zorg dat de reeds gemon-
teerde schroefdraadbussen niet meedraaien.
Sluit elk van de slangen op één van beide (aan
de zijkant of achterzijde van de warmtewisselaar)
koelwateraansluitingen aan en zet ze elk met
behulp van een slangklem vast (aanhaalmoment
25 Nm).
4.5.2 Montage aan de achterzijde van
de warmtewisselaar
Verwijder de blinddoppen.
Breng de aan de warmtewisselaarzijde verwijderde
schroefdraadbussen aan en dicht de aansluiting
opnieuw af met teflonband of hennep met afdich-
tingspasta.
Ga te werk zoals wordt beschreven in punt 4.5.1.
Plaats de blinddoppen vervolgens in de nu vrijge-
komen openingen van de schroefdraadbussen
aan de warmtewisselaarzijde.
Opmerking:
Bescherm het watercircuit tegen
verontreinigingen en overdruk
(max. toel. bedrijfsdruk 10 bar)!
Opmerking:
Let op de stromingsrichting en controleer
op lekkage!
De niet-gebruikte koelwateraansluitingen dienen met
behulp van een blinddop te worden afgesloten.
Afb. 11:
Koelwaterslang plaatsen
NL
Ø 12 mm (
)
9