4 Montage en aansluiting
4.3 Lucht/water-warmtewisselaar monteren
NL
De lucht/water-warmtewisselaar wordt op het dak
van de behuizing gemonteerd:
Hiertoe dient u overeenkomstig het meegeleverde
boorsjabloon een uitsparing in de dakplaat aan te
brengen.
Opmerking:
Wij bieden u als toebehoren voorge-
confectioneerde, versterkte dakplaten
met uitsparing die geschikt zijn voor
uw behuizing zie Rittal Handboek.
4.3.1 Montage-uitsparing aanbrengen
Plak de meegeleverde boorsjabloon met plakband
op het dak van de behuizing.
Op de boorsjabloon zijn maatlijnen aangebracht
t.b.v. de montagemethode voor uw lucht/water-
warmtewisselaar.
Letselgevaar!
Verwijder zorgvuldig alle scherpe randen
van de uitsparingen om letsel te voor-
komen.
Breng de uitsparingen inclusief de lijnbreedte
volgens de boorsjabloon aan.
Verwijder de scherpe randen van de uitsparingen.
4.3.2 Lucht/water-warmtewisselaar monteren
Plak het meegeleverde afdichtingsframe op de
dakplaat met uitsparing.
Afb. 6:
Afdichtingsframe op dakplaat
Monteer de lucht/water-warmtewisselaar op het
dak van de behuizing.
Draai de meegeleverde dubbele schroefdraad-
bouten in de boringen van de kunststof bodem-
plaat aan de onderzijde van het warmtewisselaar.
Bevestig de warmtewisselaar met de meegelever-
de ringen en moeren.
Opmerking:
Om een duurzame afdichting tussen lucht/
water-warmtewisselaar en behuizing te rea-
liseren, dient het montageoppervlak even-
tueel te worden verstevigd of ondersteund.
Dit geldt vooral bij grote dakoppervlakken.
8
Afb. 7:
Dakplaatversteviging bij TS 8 kast
Toebehoren voor dakplaatversteviging bij TS:
Montagerail
Schuifmoer
Montage-bevestigingsprofiel
Insteekmoer
(zie ook Toebehoren in het Rittal Handboek)
4.4 Condensafvoer aansluiten
Aan de lucht/water-warmtewisselaar kunt u een
flexibele condensafvoerslang, Ø 12 mm (
monteren.
De condensafvoer
– dient met het juiste verval te zijn aangebracht
(geen sifonvorming)
– dient knikvrij te zijn
– mag bij een verlenging niet in doorsnede zijn
gereduceerd.
De condensslang is leverbaar als toebehoren
(zie ook Toebehoren in het Rittal Handboek).
Afb. 8:
Condensafvoer aan de binnenzijde van de
warmtewisselaar aansluiten
Sluit vanaf de rechter- of achterzijde een geschikte
slang aan op de in de warmtewisselaar aange-
brachte slangaangluiting en zet de slang met
behulp van een slangklem vast (aanhaalmoment
2 Nm).
Plaats de condensslang bijv. in een afvoer.
Als alternatief kan de condensafvoer ook aan
de achterzijde van de warmtewisselaar worden
aangesloten. Ga hiervoor te werk zoals wordt
beschreven in punt 4.5.2.
Montage-, installatie- en bedieningshandleiding Rittal lucht/water-warmtewisselaars
1
/
˝)
2