6 Bediening
6.1.6 Instelling van de systeemmeldingen
Om de systeemmeldingen te wijzigen, dient de
NL
set-toets „H4" gedurende 5 sec. te worden inge-
drukt. De regeling bevindt zich nu in de program-
meermode. Wanneer u in de programmeermode
gedurende ca. 60 sec. op geen enkele toets drukt,
dan knippert de weergave eerst en vervolgens keert
de regeling terug naar de normale weergavemode.
6.1.7 Programmering en regeling
van de basiscontroller
Zie ook afb. 17 op pagina 17.
Progr.-
Display-
niveau
weergave
0
Ps
1
°1
Tab. 4
Instellen van de instelwaarde
Progr.-
Display-
niveau
weergave
2
H5
3
AH
4
AL
5
r8
6
r7
7
r6
Tab. 5
Instellen van de systeemmeldingen, opvragen van de min./max. interne behuizingstemperatuur
16
Parameter
Min.-
waarde
–
–
Instelwaarde
20
Interne behuizings-
temperatuur T
i
Parameter
Min.-
waarde
Softwareversie
–
Max. alarm-
AL
temperatuur
Min. alarm-
–50
temperatuur
Reset van
0
r6 en r7
Opvragen
–50
van de min.
binnentemperatuur
Opvragen
–50
van de max.
binnentemperatuur
Montage-, installatie- en bedieningshandleiding Rittal lucht/water-warmtewisselaars
Met behulp van toets „H2" (▲ K
vervolgens door de niveaus worden genavigeerd
(zie tabel 3).
De selectie van een niveau vindt plaats door één
keer op de set-toets „H4" te drukken – het wijzigen
van de parameters vindt dan plaats met behulp van
toets „H2" (▲ K
) of „H3" (
1
5 sec. op de set-toets „H4" om de nieuwe waarde
op te slaan.
Max.-
Fabrieks-
Beschrijving
waarde
instelling
–
–
Zonder functie
55
35
De instelwaarde van de interne behuizings-
temperatuur is door de fabriek ingesteld op
35 °C en is in het bereik van +20 tot +55 °C
instelbaar. Bij het bereiken van de instel-
waarde licht toets „H2" (▲ K
Max.-
Fabrieks-
Beschrijving
waarde
instelling
–
–
Weergave van de actuele softwareversie
van de warmtewisselaar.
+150
50
Max. alarmtemperatuur (NIET gerelateerd
aan de instelwaarde). HI wordt afwisselend
met de binnentemperatuur weergegeven.
Het alarm „HI" wordt weergegeven wanneer
de binnentemperatuur > HI is.
Het alarm stopt wanneer de binnentempe-
ratuur < AH –2K is.
AH
20
Min. alarmtemperatuur (NIET gerelateerd
aan de instelwaarde). LO wordt afwisselend
met de binnentemperatuur weergegeven.
Het alarm „LO" wordt weergegeven wanneer
de binnentemperatuur < LO is.
Het alarm stopt wanneer de binnentempe-
ratuur > AL +2K is.
1
0
Reset van r6 en r7. Zet deze parameters op
1 om de opgeslagen max.- en min.-waarden
van r6 en r7 te resetten en in te stellen op de
betreffende actuele werkelijke waarde.
+150
0
Opslag van de > 1 minuut opgetreden min.
interne behuizingstemperatuur.
+150
0
Opslag van de > 1 minuut opgetreden max.
interne behuizingstemperatuur.
▼
) of „H3" (
K
) kan
1
2
▼
K
). Druk gedurende
2
) continu op.
1