2. Klik in het hoofdvenster van Rescue and Recovery op de pijl Rescue and Recovery geavanceerd
starten.
3. Klik op het pictogram Noodherstelmedia maken. Het venster Noodherstelmedia maken wordt
geopend.
4. Geef in het gebied Noodherstelmedia aan welk type herstelmedium u wilt maken. U kunt een
noodherstelmedium maken met behulp van een schijf, een USB vaste-schijfstation of een tweede
intern vaste-schijfstation.
5. Klik op OK en volg de instructies op het scherm om een noodherstelmedium te maken.
Een noodherstelmedium gebruiken
In dit gedeelte vindt u instructies voor het gebruiken van het noodherstelmedium dat u hebt gemaakt.
• Als u een noodherstelmedium hebt gemaakt met een schijf, gebruikt u de volgende instructies voor het
gebruiken van het noodherstelmedium:
1. Zet de computer uit.
2. Druk herhaaldelijk op de toets F12 wanneer u de computer aanzet. Zodra het venster Startup Device
Menu (Apparaten startmenu) wordt geopend, laat u F12 weer los.
3. In het venster Startup Device Menu selecteert u het gewenste optische station als het eerste
opstartapparaat. Plaats vervolgens de noodherstelschijf in het optische-schijfstation en druk op
Enter. Het noodherstelmedium wordt gestart.
• Als u een noodherstelmedium hebt gemaakt met een USB-vaste-schijfstation, gebruikt u de volgende
instructies voor het gebruiken van het noodherstelmedium:
1. Sluit het USB-vaste-schijfstation aan op een van de USB-poorten van de computer.
2. Druk herhaaldelijk op de toets F12 wanneer u de computer aanzet. Zodra het venster Startup Device
Menu (Apparaten startmenu) wordt geopend, laat u F12 weer los.
3. In het venster Startup Device Menu selecteert u het USB-vasteschijfstation als het eerste
opstartapparaat en drukt u op Enter. Het noodherstelmedium wordt gestart.
Bij het opstarten vanaf het noodherstelmedium verschijnt Rescue and Recovery. Voor elk van de functies
in het werkgebied van Rescue and Recovery is er Help-informatie beschikbaar. Volg de instructies om
de herstelproces te voltooien.
Vooraf geïnstalleerde toepassingen en stuurprogramma's opnieuw
installeren
Uw computer is uitgerust met speciale functies waarmee u bepaalde vooraf geïnstalleerde software en
stuurprogramma's opnieuw kunt installeren.
Vooraf geïnstalleerde toepassingen opnieuw installeren
In dit gedeelte vindt u instructies voor het opnieuw installeren van vooraf geïnstalleerde toepassingen.
Als u de geselecteerde toepassingen die vooraf zijn geïnstalleerd op uw Lenovo(R)-computer, opnieuw wilt
installeren, doet u het volgende:
1. Zet de computer aan.
2. Ga naar de directory C:\SWTOOLS.
3. Open de apps-map. In de map apps bevinden zich verscheidene submappen die zijn genoemd naar de
diverse toepassingen die op uw computer zijn geïnstalleerd.
4. Open de map van de gewenste toepassing.
.
Hoofdstuk 6
Informatie over systeemherstel
87