NEDERLANDS
• Voordat u de machine aan nieuwe leidin-
gen aansluit, of aan leidingen die lange
tijd niet zijn gebruikt, moet u een aan-
zienlijke hoeveelheid water gebruiken om
vuil dat zich in de leidingen heeft opge-
hoopt, weg te spoelen.
• Draai de toevoerslang aan de achterkant
van het apparaat naar links of rechts om
de installatie te vergemakkelijken.
• De toevoerslang mag niet worden ver-
lengd Als de slang te kort is en u de
kraan niet wilt verplaatsen, zult u een
nieuwe, langere slang moeten kopen die
speciaal voor dit doel is gemaakt
• Draai voordat de kraan wordt openge-
draaid de ringmoer vast om lekkage te
voorkomen.
Waterafvoer
• Zorg ervoor dat het uiteinde van de af-
voerslang niet kan losschieten als de
wasautomaat aan het leeglopen is. U
kunt de slang met een stuk touw aan de
kraan vastbinden of aan de wand beves-
tigen
• De afvoerslang moet op een hoogte wor-
den geplaatst van niet lager dan 44 cm
en niet hoger dan 90 cm. Raadpleeg de
installatie-instructies.
Beschrijving van het product
1
2
3
4
5
6
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stek-
ker uit het stopcontact voordat u onder-
houdshandelingen verricht.
• Maak de buitenkant van het apparaat
alleen schoon met water en zeep, droog
het daarna grondig af
• De lade voor was- en nabehandelings-
middelen moet regelmatig worden
schoongemaakt
• Inspecteer de pomp regelmatig en met
name als:
– de machine niet pompt en/of niet cen-
trifugeert
– de machine tijdens het pompen een
abnormaal geluid maakt als gevolg
van veiligheidsspelden, munten, enz.
die de pomp blokkeren.
• Verwijder het pompdeksel nooit tijdens
een wascyclus. Wacht altijd tot het appa-
raat het water heeft weggepompt. Wacht
als u een hoge temperatuur voor een
wasprogramma heeft gekozen tot het
water is afgekoeld.
• Zorg ervoor dat de pompafdekking weer
stevig is vastgezet om lekkages te voor-
komen.
Wasmiddellade
1
Bedieningspaneel
2
Deurhandgreep
3
Typeplaatje
4
Afvoerpomp
5
Verstelbare pootjes
6
44