8.5 Aansluitingen van de schoorsteenaccessoires
- De horizontale delen aan de rookgaskant zullen uitgevoerd
worden met een helling van 3 % in de richting van de ketel
doorsnede van de ventilatieopening voor de aansluitingen van het
type B
(d.w.z. aanzuiging van de verbrandingslucht in de ruimte)
23
moet voldoen aan de norm DTU 61.1
- De toestellen van type C kunnen uitsluitend geïnstalleerd worden
met de in deze technische handleiding vermelde systemen (met
name concentrische leidingen, verbindingsstukken, terminals)
- Aangezien de aansluitingen van de schoorsteenleidingen van het
type B
en de leidingen van het type C
23
moeten deze ofwel buiten, ofwel in een gemetselde koker binnen
met ventilatie geïnstalleerd worden
De ventilatie moet verzorgd worden:
- door een opening aan de onderzijde, die lucht binnenkrijgt via de
geventileerde gemeenschappelijke ruimtes of rechtstreeks buiten,
en
- door een opening aan de bovenzijde die naar buiten geleid wordt
De minimum doorsnede van spouw en de te plannen openingen
2
moet 100 cm
zijn (vrije doorsnede)
Voor België: Norm NBN D 51-003 in acht nemen.
De demonteerbare delen in deze koker moeten inspectie van de
rookgasleiding over de gehele lengte mogelijk maken
De installatie-instructies en de informatie betreffende de toegelaten
lengtes van de rookgasleidingen in acht nemen
De stofkap verwijderen
.
De rookgasleiding of het verse-lucht/rookgasafvoer systeem
volgens de montageinstructies monteren
De luchtdichtheid controleren
- Statische testoverdruk: 1000 Pa
2
- Max. lekkage: 50 l/hm
van de rookgasleiding
2
AØ80 = 0.25 m
/m, AØ100 = 0.31 m
Bij de concentrische rookgasafvoersystemen (geveldoorvoer)
kan ook het CO
-gehalte in de ringvormige ruimte op de
2
meetbuizen gecontroleerd worden. De rookgasafvoerinstallatie
wordt als waterdicht beschouwd wanneer het gemeten CO
gehalte minder dan 0.2% is.
26/05/2010 - 300005819-001-M
.
onder druk staan,
53
.
.
.
.
.
.
afhankelijk van het inwendige oppervlak
2
/m
MC35E/MC45/MC65/MC90/MC115
De
.
.
.
-
2
31