nl
13
Bijlage
13.1
Aandraaimomenten
13.2
Bedrijf aan de frequentie-omvor-
mer
36
Roestvrije schroeven A2/A4
Schroefdraad
Aandraaimoment
Nm
M5
5,5
M6
7,5
M8
18,5
M10
37
M12
57
M16
135
M20
230
M24
285
M27
415
M30
565
Schroeven met Geomet-coating (sterkte 10.9) met Nord-Lock-ring
Schroefdraad
Aandraaimoment
Nm
M5
9,2
M6
15
M8
36,8
M10
73,6
M12
126,5
M16
155
M20
265
De motor kan in de standaarduitvoering (met inachtneming van IEC 60034-17) met de fre-
quentieomvormer worden gevoed. Als de nominale spanningen hoger zijn dan 415 V/50 Hz
of 480 V/60 Hz, neem dan contact op met de servicedienst. Stel het nominaal vermogen
van de motor vanwege de extra verwarming door harmonischen ca. 10% boven het ge-
vraagde vermogen van de pomp in. Bij frequentieomvormers die zijn voorzien van uitgan-
gen met weinig harmonische stroom, kan de vermogensreserve van 10% worden terugge-
bracht. Het terugbrengen van de harmonische stroom wordt bereikt met uitgangsfilters.
Stem de frequentieomvormer en het filter op elkaar af.
De dimensionering van de frequentieomvormer geschiedt volgens de nominale stroom van
de motor. Let erop dat de pomp in het gehele regelgebied schok- en trillingsvrij (zonder
trillingen, resonanties, pendelmomenten) werkt. De mechanische afdichtingen kunnen an-
ders lek raken en worden beschadigd. Op de stroomsnelheid in de leiding letten. Indien de
stroomsnelheid te laag is, neemt het risico op afzettingen in de aangesloten leiding toe. Wij
adviseren om een minimumstroomsnelheid van 0,7 m/s (2,3 ft/s) aan te houden bij een ma-
nometrische pompdruk van 0,4 bar (6 psi).
Let erop dat de pomp in het gehele regelgebied schok- en trillingsvrij (zonder trillingen, re-
sonanties, pendelmomenten) werkt. De mechanische afdichtingen kunnen anders lek raken
en worden beschadigd. Vanwege de stroomvoorziening met veel harmonische stroom is
een verhoogd motorgeluid normaal.
Bij de parametrering van de frequentieomvormer dient u op de instelling van de kwadrati-
sche karakteristiek (U/f-karakteristiek) voor dompelmotoren te letten. De U/f-karakteris-
tiek zorgt ervoor dat de uitgangsspanning bij frequenties lager dan de nominale frequentie
(50 Hz of 60 Hz) aan het gevraagde vermogen van de pomp wordt aangepast. Nieuwere
frequentieomvormers bieden ook een automatische energie-optimalisatie; met deze auto-
matische prestatie wordt hetzelfde effect bereikt. Neem voor de instelling van de frequen-
tieomvormer de inbouw- en bedieningsvoorschriften van de frequentieomvormer in acht.
Bij motoren die met een frequentieomvormer worden gevoed, kunnen storingen van de be-
waking van de motor optreden. De volgende maatregelen kunnen deze storingen terug-
brengen of voorkomen:
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Rexa PRO-S04 • Ed.01/2023-11
kp m
ft·lb
0,56
4
0,76
5,5
1,89
13,5
3,77
27,5
5,81
42
13,77
100
23,45
170
29,06
210
42,31
306
57,61
417
kp m
ft·lb
0,94
6,8
1,53
11
3,75
27,1
7,51
54,3
12,90
93,3
15,81
114,3
27,02
195,5