8
Uitbedrijfname/demontage
8.1
Personeelskwalificatie
8.2
Plichten van de gebruiker
8.3
Uitbedrijfname
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Rexa PRO-S04 • Ed.01/2023-11
LET OP
Transportproblemen door te laag waterpeil
Het hydraulische systeem is zelfontluchtend. Kleinere luchtbuffers wor-
den tijdens het pompen opgelost. Wanneer het debiet van het medium te
ver daalt, kan de transportstroom worden onderbroken. Het toegestane
minimumwaterniveau is gelijk aan de bovenkant van het hydraulische
huis!
Controleer de volgende punten regelmatig:
•
Toevoerhoeveelheid komt overeen met de capaciteit van de pomp.
•
Niveauregeling en droogloopbeveiliging functioneren correct.
•
Minimale waterdekking is gewaarborgd.
•
Aansluitkabel is niet beschadigd.
•
De pomp is vrij van afzettingen en verroestingen.
•
Geen luchtinvoer in het medium.
•
Alle afsluiters zijn geopend.
•
Rustige en trillingsarme loop.
•
Max. schakelfrequentie wordt niet overschreden.
•
Toleranties netaansluiting:
–
Bedrijfsspanning: +/- 10 %
–
Frequentie: +/- 2 %
–
Opgenomen stroom tussen de afzonderlijke fasen: max. 5 %
–
Spanningsverschil tussen de afzonderlijke fasen: max. 1 %
•
Bediening/besturing: Bedienend personeel, geïnstrueerd over de werking van de volledi-
ge installatie
•
Elektrische werkzaamheden: opgeleide elektromonteur
Persoon met een geschikte vakopleiding, kennis en ervaring om de gevaren van elektri-
citeit te herkennen en te voorkomen.
•
Installatie-/demontage: opgeleide vakman voor afvalwatertechniek
Bevestiging en leidingsysteem bij natte en droge opstelling, hijsmiddel, basiskennis van
faciliteiten voor afvalwater
•
Lokaal geldende voorschriften voor ongevallenpreventie en veiligheid van de beroeps-
verenigingen.
•
Voorschriften voor het werken met zware lasten en onder gehesen lasten.
•
Stel de vereiste beschermingsuitrusting ter beschikking en zorg ervoor dat deze door
het personeel wordt gedragen.
•
Zorg in afgesloten ruimten voor voldoende ventilatie.
•
Neem direct tegenmaatregelen wanneer zich giftige of verstikkende gassen verzamelen!
De pomp wordt uitgeschakeld, hoeft echter niet te worden gedemonteerd. Hiermee is de
pomp te allen tijde bedrijfsklaar.
✓
Om de pomp tegen vorst en ijs te beschermen, moet deze volledig in het medium wor-
den ondergedompeld.
✓
Minimumtemperatuur van het medium: +3 °C (+37 °F).
1.
Schakel de pomp uit.
2.
Beveilig de bedieningsplaats tegen onbevoegd opnieuw inschakelen (bijv. hoofdscha-
kelaar afsluiten).
▶
Pomp buiten bedrijf.
Als de pomp na de uitbedrijfname gemonteerd blijft, moeten de volgende punten in acht
worden genomen:
•
Zorg ervoor dat de hierboven genoemde voorwaarden voor de volledige periode van de
uitbedrijfname in stand worden gehouden. Als de omstandigheden niet gegarandeerd
zijn, verwijder dan de pomp!
•
Bij een langere uitbedrijfname regelmatig een functionele run uitvoeren:
–
Periode: maandelijks tot driemaandelijks
nl
25