01201158
0606
Handleid. Datum Pagina
Fout
Weergegeven bericht :
40-FOUT EOP
Fout overspanning.
Weergegeven bericht :
41-FOUT EUP
Fout onderspanning.
Weergegeven bericht :
42-FOUT EUPh
Fout fasestoring.
Weergegeven bericht :
43-FOUT EOC
Fout tehoge stroomsterkte.
Weergegeven bericht :
44-FOUT EOHI
Fout interne oververhitting.
Weergegeven bericht :
45-FOUT EnOHI
Geen fout interne oververhitting.
Weergegeven bericht :
46-FOUT EOH
Fout overver. mod. en vervolgens.
Weergegeven bericht :
47-FOUT EdOH
Fout oververhitting CTP motor.
5
7
7. Functiestoornissen
Betekenis
- Overspanning (gelijkspanning tussenkring). Dit ge-
beurt wanneer de gelijkspanning in de tussenkring
de toegelaten waarde overschrijdt.
- Onderspanning (gelijkspanning). Dit gebeurt wan-
neer de gelijkspanning lager is dan de toegelaten
waarde.
- Er is een storing in een fase bij de ingang (melding
ondulaties).
- Er verschijnt een storing betreffende een te hoge
stroomsterkte, indien de toegelaten piekwaarde
overschreden is.
- Melding interne verwarming : de fout kan alleen
gereset worden indien de temperatuur minstens 3°C
gedaald is.
- Geen interne verwarming E.OHI meer, de interne
temperatuur is minstens 3°C gedaald.
- Oververhitting vermogensmodule. De fout kan
uitsluitend gereset worden bij E.nOH.
- Oververhitting van de CTP motor. De fout kan
gereset worden bij E.ndOH, indien de weerstand
CTP vermindert.
INSTRUCTIE-
HANDLEIDING
Mogelijke oorzaak
- Lage afstelling regelaar (overs-
hooting), te hoge inlaatspanning,
interferentie in de inlaatspanning,
te korte vertragingscurve, rem-
weerstand defect of te zwak.
- Te lage of instabiele voeding, te
klein bereik van de omzetter, ste-
rke spanningsdaling als gevolg
van een verkeerde bekabeling,
voeding door generator / onder-
breking transformator op zeer
korte helling, E.UP wordt ook
weergegeven wanneer er geen
comm. is tussen de vermogens-
kring en de controlekaart, spring-
factor (Pn.56) te klein, indien een
digitale ingang geprogrammeerd
is als externe foutingang met
foutmelding E.UP (Pn.65).
.
- Te korte versnellingshellingen,
de belasting is te groot bij het
stoppen van de versnelling,
kortsluiting bij de uitgang, storing
bij de massa, te korte vertra-
gingshelling, motorkabel te lang,
EMC, rem gelijkspanning actief
op hoog niveau.
.
.
- Onvoldoende luchtcirculatie ter
hoogte van de radiator (vuil), te
hoge omgevingstemperatuur,
vuile ventilator.
- Weerstand van de klemmen T1/
T2>1650 Ohm, te hoge spanning
op motor, draad gebroken van de
temperatuursensor.