Gegevensverbinding
Er wordt een tweede verbinding (de gegevensverbinding) tot stand
gebracht, telkens wanneer er een bestand wordt overgedragen
tussen de client en de FTP-server. De client regelt het maken van
een gegevensverbinding door opdrachten te geven waarvoor een
gegevensverbinding nodig is (zoals de FTP-opdrachten ls, dir
of put).
Hoewel de opdrachten ls en dir altijd geaccepteerd worden,
ondersteunt de HP JetDirect FTP-server slechts één
gegevensverbinding tegelijk voor het afdrukken van bestanden.
De overdrachtsmodus voor een FTP-gegevensverbinding met de
HP JetDirect-printserver is altijd de stromingsmodus, waarbij de
detectie van het einde van het bestand tot het sluiten van de
gegevensverbinding leidt.
Zodra er een gegevensverbinding tot stand is gebracht, kunt u het
bestandsoverdrachtstype aangeven (ASCII of binair). Hoewel
sommige clients kunnen trachten automatisch een overdrachtstype
in te stellen, is de standaard instelling ASCII. Om het
overdrachtstype aan te geven, voert u de opdracht bin of ascii in,
vanaf de FTP-prompt.
FTP-login
Om een FTP-sessie te starten, voert u de volgende opdracht in vanaf
een MS-DOS- of UNIX-prompt:
ftp <IP adres>
waarbij <IP-adres> het geldige IP-adres is of de knooppuntnaam
die voor de HP JetDirect-printserver geconfigureerd is.
Als de verbinding met succes tot stand gebracht is, worden het
model en de firmwareversie van HP JetDirect weergegeven.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de gebruiker
gevraagd een login-naam en een wachtwoord in te voeren.
Standaard is dit de login-naam van de client. De JetDirect FTP-
server accepteert echter elke willekeurige gebruikersnaam.
Wachtwoorden worden genegeerd.
Afdrukken via FTP 77
DU