Tabel 7.1
Novell NetWare-configuratiepaginaberichten (2 van 2)
Bericht
POORT X STATUS:
SERVERNAAM:
IPX/SPX RETRANS:
NETWERK
XXXXXX
FRAMETYPE
XXXXX
ONTVANGEN
XXXX
DU
Beschrijving
READY: Printserver wacht op data.
INITIALIZING: Printserver registreert het knooppuntadres
of -naam/-type.
De naam van de NetWare-bestandsserver of printserver.
Als geen naam wordt weergegeven, is de JetDirect-
printserver niet geconfigureerd.
Als het bericht "UNABLE TO FIND FILE SERVER"
verschijnt in de sectie "IPX/SPX-STATUS:" op de
configuratiepagina (zie tabel 7.5), geeft het veld SERVER
NAME de JetDirect-detectiemethode [NSQ] (Nearest
Service Query) of [GSQ] (General Service Query) aan en
de naam van de proxy-bestandsserver die gebruikt zijn om
geconfigureerde bindingsservers te vinden.
Het aantal malen opnieuw verzenden dat noodzakelijk is
omdat een remote knooppunt de ontvangst van een
verzonden frame niet heeft bevestigd. Als vaak opnieuw
verzonden wordt, kan dat de prestatie negatief
beïnvloeden,
40-FOUTEN veroorzaken of wijzen op de ontwikkeling van
hardware- of blokkeerproblemen in het netwerk.
De eerste kolom duidt op het netwerknummer dat
geassocieerd is met het protocol-frametype voor de
communicatie tussen de server en de printer. Tenzij een
specifiek frametype handmatig geconfigureerd is, wordt
door de printserver het protocol-frametype automatisch
bepaald door te luisteren naar de NetWare-gegevens die
over het netwerk worden overgedragen. Als ONBEKEND
wordt aangegeven, is de HP JetDirect-printserver nog
steeds bezig om te proberen te bepalen welk
netwerknummer gebruikt moet worden. Als het
netwerknummer UIT te zien geeft is een specifiek frametype
handmatig geconfigureerd. De frametypewaarde kan
EN_8023, EN_8022, EN_II of EN_SNAP zijn. De RCVD-
telling geeft aan hoeveel packets ontvangen zijn voor elk
frametype.
HP JetDirect-configuratiepaginaberichten 109