N.B.
DU
Wanneer het IP-adres eenmaal op de printserver is
ingesteld, worden verdere arp- en ping-
commando's genegeerd. Wanneer het IP-adres
geconfigureerd is, kunnen arp en ping alleen
gebruikt worden nadat de printserver op de
fabriekswaarden zijn teruggesteld.
Op UNIX-systemen is het mogelijk dat het
commando arp -s van systeem tot systeem
varieert.
Op sommige BSD-gebaseerde systemen wordt het
IP-adres (of de naam van de host) in omgekeerde
volgorde verwacht. Op andere systemen kunnen
extra parameters nodig zijn. Zie de documentatie
van uw systeem voor specifieke opmaken voor
commando's.
TCP/IP-configuratie 45