insTAllATie
Voorbereidingen
8
3
2
1
7
5
6
A Vorstdiepte
1 Verwarming aanvoer
2 Verwarming retour
3 Installatiebuis voor voedingsleidingen
4 Fundering
5 Vulling met grof grind
6 Condensaatafvoerbuis
7 Condensaatafvoer
8 Elektrische aansluitkabel
1 Verwarming aanvoer
2 Verwarming retour
f Bescherm de aanvoer- en retourleiding en de elektriciteits-
f
kabels tegen beschadiging en vochtigheid met behulp van
een installatiebuis.
f Bescherm de aanvoer- en retourleidingen tegen vorst door
f
ze voldoende te isoleren. De vereiste dikte van de isolatie
wordt beschreven in de energiespaarverordening.
f Gebruik alleen weersbestendige elektriciteitskabels.
f
9.4
Warmtepompmanager WPM
Om het toestel te kunnen gebruiken, is de warmtepompmanager
WPM vereist. Deze regelt de warmtepomp en het verwarmings-
systeem.
www.stiebel-eltron.com
9.5
Buffervat
Om een storingsvrije werking van het toestel te waarborgen, is
het gebruik van een buffervat verplicht.
Het buffervat is bestemd voor de hydraulische ontkoppeling van
debieten in het warmtepomp- en verwarmingscircuit, en als ener-
giebron voor ontdooiing.
9.6
Elektrische installatie
4
WAARSCHUWING elektrische schok
Voer alle elektrische aansluit- en installatiewerkzaam-
heden uit in overeenstemming met de nationale en re-
gionale voorschriften.
WAARSCHUWING elektrische schok
Aansluiting op het elektriciteitsnet is alleen als vaste
aansluiting mogelijk. Het toestel moet op alle polen met
een afstand van minstens 3 mm van het stroomnetwerk
kunnen worden losgekoppeld. Aan deze vereiste wordt
voldaan met magneetschakelaars, vermogensschake-
laars, zekeringen enz.
Materiële schade
!
De aangegeven spanning moet overeenkomen met de
netspanning. Houd rekening met de gegevens op het
typeplaatje.
Conform VDE 0298-4 moeten de volgende kabeldiameters gebruikt
worden in overeenstemming met de beveiliging:
1
zekering
B 16 A
2
C 32 A
De gegevens over de elektriciteit worden vermeld in de "Gegeven-
stabel". Voor de busleiding hebt u een kabel J-Y (St) 2 x 2 x 0,8 mm²
nodig.
Info
Beveilig de 2 stroomkringen voor het toestel en de sturing
afzonderlijk.
Toewijzing Kabeldoorsnede
Sturing
1,5 mm²
Compressor
10,0 mm² bij plaatsing in een muur.
6,0 mm² bij plaatsing van een meeraderige
kabel op een wand of in een elektriciteitsbuis
op een wand.
WPL 34 | WPL 47 | WPL 57 |
9