insTallaTie
Montage
10.4 Aanvoer- en retouraansluiting
Materiële schade
!
U moet de verwarmingsaanvoer- en -retourleidingen bij
het koelen met ventilatorconvectoren dampdiffusiedicht
isoleren.
f Neem de positie van de CV-aanvoer en CV-retour over van de
f
volgende afbeelding:
1
2
1 Verwarming aanvoer
2 Verwarming retour
f Sluit de warmtepomp aan op het verwarmingscircuit. Let op
f
de dichtheid.
10.5 Zuurstofdiffusie
Materiële schade
!
Vermijd open verwarmingsinstallaties en vloerverwar-
mingen met niet-zuurstofdiffusiedichte kunststofleidin-
gen.
Bij vloerverwarmingen met niet-zuurstofdiffusiedichte kunst-
stofleidingen of open verwarmingsinstallaties kan door zuur-
stofdiffusie corrosie optreden aan de stalen delen (bijv. aan de
warmtewisselaar van de warmwaterboiler, aan buffervaten, stalen
verwarmingselementen of stalen buizen).
f Koppel bij zuurstoftoevoer het verwarmingssysteem tussen
f
verwarmingscircuit en buffervat los.
Materiële schade
!
De corrosieproducten (bijv. roestslib) kunnen in de com-
ponenten van de verwarmingsinstallatie neerslaan en
door vernauwing van de doorsnede vermogensverlies of
storingsuitschakelingen veroorzaken.
12
| WPL ACS classic
10.6 Verwarmingsinstallatie vullen
f Vul de verwarmingsinstallatie aan verwarmingszijde.
f
10.6.1 Watereigenschappen
Voordat de installatie gevuld wordt, moet er een analyse van het
vulwater voorhanden zijn. Deze analyse kan bijvoorbeeld opge-
vraagd worden bij de bevoegde watermaatschappij.
Om kalkschade te voorkomen, moet het vulwater eventueel voor-
behandeld worden (ontharding of ontzouting). De in het hoofdstuk
"Technische gegevens/Gegevenstabel" vermelde grenswaarden
voor het vulwater moeten absoluut nageleefd worden.
f Controleer deze grenswaarden 8-12 weken na de ingebruik-
f
name, telkens na het bijvullen evenals tijdens het jaarlijkse
onderhoud van de installatie.
Info
f Leng het vulwater niet aan met inhibitoren of addi-
f
tieven (bv. glycol).
Info
Om corrosie te vermijden bij een geleidbaarheid van
>1000 µS/cm is waterbehandeling door ontzouting beter
geschikt.
Info
Geschikte toestellen voor ontharden en voor het vullen en
spoelen van verwarmingsinstallaties zijn via de handel
verkrijgbaar.
10.6.2 Verwarmingsinstallatie ontluchten
Het toestel is uitgerust met een automatische ontluchter.
1
1 Automatische ontluchter
f Verwijder de kap en de EPS-afdekking (zie hoofdstuk "Storin-
f
gen verhelpen/controle van de schuifschakelaar op de IWS").
f Ontlucht het buizenstelsel door aan de grijze kap op de auto-
f
matische ontluchter te draaien.
f Sluit de automatische ontluchter na het ontluchten.
f
www.stiebel-eltron.com