insTallaTie
Montage
9.7
Voorbereiden van de elektrische installatie
WAARSCHUWING elektrische schok
Voer alle aansluitingen en montagewerken betreffen-
de het stroomnet uit conform de nationale en regionale
voorschriften.
WAARSCHUWING elektrische schok
Aansluiting op het stroomnet is alleen als vaste aan-
sluiting toegestaan. Het toestel moet op alle polen met
een afstand van minstens 3 mm van de aansluiting van
het net kunnen worden losgekoppeld. Aan deze vereiste
wordt voldaan door magneetschakelaars, vermogens-
schakelaars, zekeringen, enz.
Materiële schade
!
De aangegeven spanning moet overeenkomen met de
netspanning.
f Houd rekening met de specificaties op het typepla-
f
tje.
Materiële schade
!
f Beveilig de twee stroomcircuits (voor het toestel en
f
de sturing) afzonderlijk.
f Leg de leidingen met de overeenkomstige diameters. Neem
f
de nationale en regionale voorschriften en bepalingen in
acht.
WPL 07 ACS classic | WPL 09 ACS classic
zekering
Toewijzing
1x B 16 A
Compressor
(1-fasig)
1x B 16 A
Sturing
WPL 17 ACS classic
zekering
Toewijzing
1x B 25 A
Compressor
(1-fasig)
1x B 16 A
Sturing
De elektrische gegevens vindt u in het hoofdstuk "Technische
gegevens". Voor de BUS-kabel hebt u een elektriciteitska-
bel J-Y (St) 2 x 2 x 0,8 mm² nodig.
Info
Het toestel omvat een frequentieomvormer voor de toe-
rentalgeregelde compressor. Wanneer er zich een sto-
ring voordoet, kunnen de frequentieomvormers foutge-
lijkstromen veroorzaken. Wanneer bescherminrichtingen
tegen foutstromen voorzien zijn, moeten deze voor alle
stromen gevoelige bescherminrichtingen tegen foutstro-
men (RCD) van het type B zijn.
Een foutgelijkstroom kan foutstroombescherminrichtin-
gen van het type A blokkeren.
f Zorg ervoor dat de stroomvoorziening voor het toe-
f
stel gescheiden is van de huisinstallatie.
www.stiebel-eltron.com
Kabeldoorsnede
2,5 mm² bij plaatsing in een muur
1,5 mm² bij plaatsing op een muur of in
een elektriciteitsbuis op een muur
1,5 mm²
Kabeldoorsnede
4,0 mm² bij plaatsing in een muur
2,5 mm² bij vrije plaatsing
1,5 mm²
10. Montage
10.1 Transport
Materiële schade
!
Bescherm het toestel tijdens het transport tegen zware
stoten.
f Grijp onder de bodemplaat om aan de smalle zijden (dwars-
f
zijden) te dragen.
Als u het toestel tijdens het transport kantelt, mag dit slechts
kortstondig gebeuren op één van de lange zijden. Hoe langer het
toestel gekanteld blijft, hoe meer de koelmiddelolie zich in het
systeem verspreidt.
f Wacht daarom ca. 30 minuten voordat u het toestel na het te
f
hebben gekanteld, in gebruik neemt.
10.2 Opstelling
f Let bij het opstellen van het toestel op de luchtafvoerrichting
f
(zie hoofdstuk "Voorbereidingen/geluidsemissie").
f Monteer het toestel op de staande console of wandconsole.
f
Montage op de staande console SK 2
f Schroef de staande console met de meegeleverde schroeven
f
onderaan op de warmtepomp.
f Teken de boorgaten af op de fundering.
f
f Boor de gaten.
f
f Veranker de staande console met gepaste schroeven op de
f
fundering.
10.3 Verwarmingswateraansluiting
De installatie van de warmtepompverwarming moet door een
installateur uitgevoerd worden overeenkomstig de waterinstal-
latieschema's in de planningsdocumenten.
f Spoel het leidingsysteem grondig door, voordat de warm-
f
tepomp wordt aangesloten. Vreemde voorwerpen (zoals
laskorrels, roest, zand, afdichtingsmateriaal) belemmeren de
goede werking van de warmtepomp.
f Sluit de warmtepomp aan de verwarmingswaterzijde aan.
f
Let op de dichtheid.
f Let op de juiste aansluiting van de verwarmingsaanvoer en
f
-retour.
f Voer de isolatie uit overeenkomstig de geldende
f
voorschriften.
f Let bij het dimensioneren van het verwarmingscircuit op het
f
interne drukverschil (zie hoofdstuk "Technische gegevens/
gegevenstabel").
WPL ACS classic |
11