ABB i-bus® KNX MONTAGE EN INSTALLATIE
5
Montage en installatie
5.1
Informatie over de montage
GEVAAR ‒ Ernstig letsel door elektrische schokken
Door terugvoeding vanuit verschillende fasegeleiders kunnen er elektrische schokken en ernstige
verwondingen ontstaan.
▶ Gebruik het apparaat alleen in gesloten behuizing (verdeelkast).
▶ Schakel alle polen uit alvorens aan de elektrische aansluiting te werken.
Het apparaat kan op elke gewenste plaats op een 35 mm rail worden gemonteerd.
Voor de elektrische aansluiting van de verbruikers worden schroefklemmen gebruikt. De verbinding met
de bus (ABB i-bus® KNX) verloopt via de meegeleverde busaansluitklemmen. Het klemmenschema be-
vindt zich op de behuizing.
Het maximaal toelaatbare stroomverbruik van een KNX-lijn mag niet worden overschreden.
▶ Bij de planning en installatie moet erop worden gelet dat de KNX-lijn correct is gedimensioneerd.
5.2
Montage op rail
Er is geen extra gereedschap nodig voor de montage op de rail.
Afb. 7: Montage op de rail
1. Zet de railsteun boven op de rail en duw hem naar beneden.
2. Duw het onderste deel van het apparaat naar de rail toe tot de railsteun vastklikt.
ð Het apparaat is op de rail gemonteerd.
3. Haal de druk van de bovenkant van de behuizing af.
Opmerking bij de navigatie in de PDF: Toetscombinatie 'Alt + pijl links'
springt naar de vorige weergave/pagina
Opmerking
Het apparaat heeft een maximale stroomopname van 12 mA.
Opmerking
Producthandboek | NL | VC/S 4.x.1 | 9AKK108464A0274 Rev. A 29