NL
Code
Bericht
Laag toevoer
1B
luchtdebiet
Laag retour
2B
luchtdebiet
VAV kalibratie
3B
fout
Vervang buiten-
4B
lucht lter
Vervang retour-
5B
lucht lter
Elektrische ver-
6B-11B
warming uit
Hoge druk uitval
12B
compressor
Lage druk uitval
13B
compressor
14B
Service tijd
Aanvriezing
15B
verdamper
Storing compres-
16B
sor
De compressor is
19B
uigeschakeld
De compressor is
20B
uitgeschakeld
Storing compres-
24B-44B
sor
Lage e ciëntie
95B
van de warmte-
wisselaar
Communicatie
96B-98B
fout
42
Mogelijke oorzaak
1. Verontreinigde lucht lters.
2. Overmatige weerstand van het lucht-
kanaalsysteem.
3. VAV-luchtstroomregeling geselec-
teerd, maar druksensoren zijn niet
aangesloten.
4. Toevoerluchtventilator werkt niet
goed.
1. Verontreinigde lucht lters.
2. Overmatige weerstand van leidingen.
3. VAV-luchtstroomregeling geselec-
teerd, maar druksensoren zijn niet
aangesloten.
4. Afvoerluchtventilator werkt niet
goed.
Niet aangesloten of defecte druksen-
soren.
Verontreinigde buitenlucht lters.
Verontreinigde uitlaatlucht lters.
Temperatuur elektrische verwarmer is
gestegen tot boven 70 °C, omdat:
1. De toevoerluchtstroom te laag is bij
een hoge verwarmingsvraag.
2. Storing in de elektrische verwarmer.
1. De druk van het koelmiddel is te
hoog als gevolg van de temperatuurs-
omstandigheden.
2. Koelmiddeldruk is te hoog door
systeemstoring.
1. De druk van het koelmiddel is te laag
als gevolg van de temperatuursomstan-
digheden.
2. Koelmiddeldruk is te laag door een
systeemstoring of koelmiddellek.
Tijd voor jaarlijks periodiek onderhoud.
Ontdooiing van de verdamperwarmte-
wisselaar is mislukt.
Compressor is oververhit of draait niet.
Warmtepomp gestopt door onvoldoen-
de luchtstroom (zie hoofdstuk "Warm-
tepomp").
De warmtepomp werkt niet wanneer de
buitentemperatuur tussen 15°C en 20°C
ligt (zie hoofdstuk "Warmtepomp").
De warmtepomp werkt niet of is defect.
1. Het rendement van de warmtewisse-
laar is gedaald als gevolg van ongun-
stige temperatuur- of vochtigheidsom-
standigheden.
2. Eén of twee defecte temperatuursen-
soren in de kast.
3. Luchtmenging tussen verschillende
stromen.
De printplaat van de warmtepomp
is buiten werking of de aansluiting is
defect.
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
Acties van de gebruiker
1. Controleer de lucht lters en vervang ze indien nodig.
2. Controleer regelkleppen, luchtinlaat/uitlaatopeningen.
3. Als er VAV-luchtstroomregeling nodig is, installeer dan
druksensoren en verbind kanaalgemonteerde druksenso-
ren. Als de VAV-modus niet nodig is, selecteer dan CAV of
DCV in de instellingen.
4. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Controleer de lucht lters en vervang ze indien nodig.
2. Controleer regelkleppen, luchtinlaat/uitlaatopeningen.
3. Als er VAV-luchtstroomregeling nodig is, installeer dan
druksensoren en verbind kanaalgemonteerde druksenso-
ren. Als de VAV-modus niet nodig is, selecteer dan CAV of
DCV in de instellingen.
4. Neem contact op met de bevoegde service.
Controleer de druksensoren en hun meetbereik. Als een
sensor moet worden vervangen, neem dan contact op met
een bevoegde servicevertegenwoordiger.
Vervang lters van de luchtbehandelingskast en bevestig
het bericht.
Vervang lters van de luchtbehandelingskast en bevestig
het bericht.
Als de verwarmer afkoelt, gaat hij automatisch weer aan.
1 a. Controleer de lucht lters en de luchtkanalen.
1 b. Verlaag de gewenste temperatuur.
1 c. Verhoog de intensiteit van de ventilatie.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Wanneer de kamer-/buitentemperatuur verandert of de
druk daalt, wordt de werking van de warmtepomp automa-
tisch hervat.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Wanneer de kamer-/buitentemperatuur verandert of de
druk stijgt, wordt de werking van de warmtepomp automa-
tisch hervat.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
Wis het bericht na het uitvoeren van periodiek onderhoud.
1. Voer een handmatige ontdooiing van de warmtepomp
uit (Zie 4.7.1.)
2. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Controleer de stroomonderbrekers van de warmtepomp.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
Verhoog de luchthoeveelheden.
De warmtepomp start automatisch zodra de buitentempe-
ratuur verandert.
1. Controleer de stroomonderbrekers van de warmtepomp.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
1. Het bericht verdwijnt automatisch wanneer de lucht-
temperatuur of -vochtigheid verandert en het rendement
toeneemt.
2. Controleer de metingen van de temperatuursensoren. Als
een sensor moet worden vervangen, neem dan contact op
met een bevoegde servicevertegenwoordiger.
3. Controleer de kastdeur op dichtheid en of alle pakkingen
of afdichtingsvoegen intact zijn.
1. Controleer de stroomonderbrekers van de warmtepomp.
2. Neem contact op met de bevoegde service.
RHP STANDARD_user manual_23-01(2)