Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Komfovent RHP Standard Gebruikershandleiding pagina 10

Verberg thumbnails Zie ook voor RHP Standard:
Inhoudsopgave

Advertenties

NL
Oververhittingsbeveiliging elektrische verwarmer bestaat uit verschillende controlealgoritmes. De ingebouwde
thermostaten onderbreken de stroomtoevoer naar de elektrische verwarmer wanneer de temperatuur ervan een kritieke
waarde bereikt (bv. wanneer de regelelektronica van de verwarmer defect is). Iedere elektrische verwarmer heeft 2 thermo-
staten.
De automatische thermostaat 70°C voorkomt dat de verwarmingsbuizen oververhit raken wanneer de verwarmer werkt
met hoog vermogen en laag luchtdebiet. De bescherming wordt hersteld zodra de verwarmer afkoelt en de thermo-
staattemperatuur daalt. De werking van de verwarmer wordt automatisch weer ingeschakeld.
Manuele resetthermostaat 100°C. In geval van oververhitting onderbreekt deze thermostaat de volledige stroomtoe-
voer van de verwarmer om de regelelektronica en plastic componenten in de buurt te beschermen. De bescherming kan
met de RESET-knop in de kast worden hersteld (zie hoofdstuk "Storingen oplossen").
Pak de oorzaak van de oververhitting aan voordat de manuele resetthermostaat 100°C weer wordt
ingeschakeld.
Ventilatorkoeling van verwarmings-/koelapparaten. Als de luchtbehandelingskast is gestopt terwijl de warmte-
pomp, elektrische verwarmer of het DX-apparaat (directe verdamping) nog loopt, wordt de koeling van de ventilator ge-
start. De ventilatoren draaien op vaste snelheid totdat de verwarmingsbuizen afkoelen of de koelmiddeldruk van de warm-
tepomp/ het DX-apparaat stabiliseert. De blaastijd is afhankelijk van de opgehoopte warmte/koude en de intensiteit van de
ventilatie en kan tot 15 minuten duren.
Waterluchtverwarmer vorstbescherming deze functie meet de watertemperatuur aan de afvoer van de verwarmings-
spoel. Bij lage buitentemperaturen kan water bevriezen. In dat geval wordt een 3-weg mengklep geopend en wordt een
warmwaterpomp gestart om te voorkomen dat de temperatuur van het water in de verwarming zou dalen. Wanneer de
temperatuur van het water afkomstig van de verwarmingsspoel nog steeds onder de kritieke grens ligt, wordt de installatie
uitgeschakeld en worden de buitenluchtdempers gesloten om te voorkomen dat koude lucht in de installatie komt.
Wanneer een luchtbehandelingskast gebruikt wordt bij temperaturen lager dan 0 °C, moet een wa-
ter-glycolmengsel gebruikt worden als warmtemedium of een retourwatertemperatuur van minstens
25 °C hebben.
Een waterdebietsensor kan gebruikt worden als bijkomende vorstbescherming (zie hoofdstuk "Waterdebietbewakings-
functie").
Ontdooien warmtepompverdamper
Tijdens de werking in de winter, wanneer de warmtepomp in de verwarmingsmodus staat, begint het condensaat op
de verdamper te bevriezen en vormt zich ijsafzetting. Grote ijsafzettingen blokkeren de luchtstroom in de verdamper en
kunnen de warmtepomp beschadigen. Daarom wordt de verdamper automatisch ontdooid bij gebruik in de winter.
Wanneer de buitentemperatuur onder nul zakt, begint het automatiseringssysteem van de warmtepomp voortdurend
het drukverschil boven en onder de verdamperwarmtewisselaar te controleren. Wanneer het condensaat zich ophoopt in
één platen van de warmtewisselaar en er zich ijs begint te vormen, neemt de druk toe en worden er ontdooiingsacties in
gang gezet. Tijdens de ontdooicyclus wordt een deel van het hete koelgas van de compressor naar de verdamper geleid om
de zich vormende ijskristallen te doen smelten, waardoor de temperatuur van de toevoerlucht tijdelijk daalt. Geïntegreerde
elektrische of hulpverwarmingen worden ingeschakeld om deze verandering te compenseren. Zodra de ijsafzetting smelt
en de druk afneemt, wordt al het vermogen van de warmtepomp omgeleid naar het verwarmingsproces.
10
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
RHP STANDARD_user manual_23-01(2)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave