Overzicht van de controlelampjes
Controlelampje
• Knipperend rood - actieve fout
• Ononderbroken rood - actieve melding
• Ononderbroken blauw - kalibratie-/dialoogberichten
• Ononderbroken groen - normale werking
Gras maaien met de machine
1. Schakel de parkeerrem uit, schakel de aftakas uit en breng de maai-eenheden omhoog.
2. Rijd de machine naar het maaigebied.
3. Parkeer de machine ongeveer 6 meter verwijderd van de fairway, in de richting die u wilt
maaien.
4. Breng de maai-eenheden helemaal omlaag met de bedieningshendel voor omhoog-/
omlaagbrengen.
5. Schakel de aftakas in.
Opmerking:
Opmerking:
maai-eenheden omlaagbrengt en de aftakasschakelaar activeert.
6. Druk de bedieningshendel voor omhoog-/omlaagbrengen naar achteren om de maai-
eenheden omhoog te brengen naar de keerstand.
Opmerking:
zonder deze ingedrukt te houden, worden de maai-eenheden omhooggebracht naar de
keerstand en wordt de rotatie van de messenkooien gestopt tot de maai-eenheden
worden omlaaggebracht.
7. Gebruik het tractiepedaal en rijd traag naar het maaigebied.
8. Zodra u de rand van het maaigebied bereikt om te beginnen maaien, brengt u de maai-
eenheden omlaag met de bedieningshendel voor omhoog-/omlaagbrengen.
Opmerking:
worden gebracht of een onbedoeld gebied maaien.
9. Voltooi de werkgang.
Gebruik: Tijdens de werking
De maai-eenheden zullen niet starten.
Het motortoerental stijgt automatisch naar hoog stationair wanneer u de
Wanneer u drukt op de bedieningshendel voor omhoog-/omlaagbrengen
Oefen om ervoor te zorgen dat de maai-eenheden niet te vroeg omlaag
Pagina 5–27
G461477
3467-510 C