Toerental van de messenkooien instellen (vervolg)
messen, maaihoogte en tractiesnelheid niet wordt aanbevolen. Maaien met deze
instellingen heeft een verminderde maaikwaliteit tot gevolg.
Het is belangrijk dat het juiste messenkooitoerental wordt gebruikt voor uw
maaitoepassing.
• Een messenkooitoerental dat te laag is, kan resulteren in een golfpatroon in het
gazon, ook bekend als maaisporen of 'bobbing'. Als u dit vaststelt, probeer dan
het messenkooitoerental te verhogen of de maaisnelheid te verlagen.
• Een messenkooitoerental dat te hoog is, kan resulteren is schade aan het gazon
en/of vroegtijdige slijtage van de messenkooien, ondermessen en andere
mechanische onderdelen.
Zie
De toerentallen van de voorste en achterste messenkooien instellen, page
Doe het volgende om het messenkooitoerental handmatig in te stellen:
1. Zorg ervoor dat de Clip-Control functie
2. In Machine-instellingen kiest u het aantal messen, de maaisnelheid en de maaihoogte
zodat het juiste messenkooitoerental wordt berekend.
3. Als verdere afstelling nodig is, kunt u in Machine-instellingen naar beneden scrollen tot
u Toerental van de voorste messenkooi, Toerental van de achterste messenkooi of
beide ziet.
4. Druk op de rechter navigatieknop om het toerental te veranderen. Als de
toerentalinstelling wordt gewijzigd, zal het display het toerental berekend op basis van
de instellingen van het aantal messen, de maaisnelheid en de maaihoogte blijven
weergeven; u zult echter ook de nieuwe waarde zien.
Opmerking:
veranderingen in de gazonomstandigheden te compenseren.
Gebruik: Tijdens de werking
BELANGRIJK
U kunt het toerental van de messenkooien verhogen of verlagen om
Pagina 5–25
is.
UITGESCHAKELD
5–13.
3467-510 C