• Schakel de aandrijving van het werktuig uit als u de machine sleept of niet gebruikt.
• Onderhoud en reinig de veiligheidsgordel(s) indien nodig.
• Sla de machine en de brandstofhouder niet op op plaatsen waar open vlammen, vonken
of waakvlammen (b.v. van een boiler of andere toestellen) aanwezig kunnen zijn.
Veiligheid bij onderhoud
• Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat:
– Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
– Schakel de maai-eenheden uit en laat deze zakken.
– Haal de parkeerrem aan.
– Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
– Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.
– Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
• Draag geschikte kleding, waaronder oogbescherming, een lange broek en stevige
schoenen met een gripvaste zool. Houd handen, voeten, kleding, sieraden en lang haar
uit de buurt van bewegende onderdelen.
• Laat de onderdelen van de machine afkoelen voordat u onderhoudswerkzaamheden
uitvoert.
• Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaamheden uit als de motor draait. Blijf uit de
buurt van bewegende onderdelen.
• Laat de motor enkel draaien in goed verluchte omgevingen. Uitlaatgassen bevatten
koolstofmonoxide, dat dodelijk is bij inademing.
• Ondersteun de machine met assteunen als u onder de machine werkt.
• Haal voorzichtig de druk van onderdelen met opgeslagen energie.
• Zorg ervoor dat alle onderdelen van de machine in goede staat verkeren en al het
bevestigingsmateriaal stevig vastzit.
• Vervang versleten of beschadigde stickers.
• Om veilige en optimale prestaties van de machine te verkrijgen, moet u ter vervanging
alleen originele Toro onderdelen gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen van
andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn en de productgarantie hierdoor kan
vervallen.
Veiligheid van de motor
• U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie.
• Verander de snelheid van de toerenregelaar niet en laat de motor het maximale toerental
niet overschrijden.
Veiligheid: Veiligheid bij onderhoud
Pagina 2–5
3467-510 C