Advertenties
Quickstart
Eurotest PV Lite MI3109ST
Isolatieweerstandmeting
Bevestig de meetadapter met het rode/blauwe en groene meetsnoer in de testconnector van de MI3109ST. Verbind het groene meetsnoer
met de aanwezige aardrail, het blauwe meetsnoer met de DC-min-pool en het rode meetsnoer met de DC-plus-pool. Gebruik hiervoor de
meegeleverde MC-verloopadapters of de krokodilklemmen.
Selecteer met de Back/Next toetsen de Riso+. Stel met de TAB-toets en de cursortoetsen de testspanning in op 500V en de grenswaarde
op 1MΩ. Druk op de TEST-toets voor het starten van de meting. Lees de meetwaarde af en sla deze op door op de MEM-toets te drukken
Herhaal deze meting in de meetstand Riso-.
Meting openklemspanning/kortsluitstroom
Gebruik dezelfde aansluitingen als bij de isolatieweerstandmeting. Selecteer met de Back/Next toets de meetfunctie Uoc/Isc en druk op
de TEST-toets. Lees de meetwaarde af en sla deze op door op de MEM-toets te drukken
Meting I-V curve
Gebruik dezelfde aansluiting als bij de isolatieweerstandmetingen. Selecteer met de Back/Next-toetsen de meetfunctie I/V 1/3. Mogelijkerwijs
staat deze op IV 2/3 of I/V 3/3. Wijzig dit eventueel met de cursor-toetsen. Selecteer met de TAB-toets/cursortoetsen MEAS, STC of S+M.
Druk op de TEST-toets voor het starten van de meting. Beoordeel deze curve en sla deze op door op de MEM-toets te drukken.
Autotest
In de stand Autotest worden, om tijd te besparen, de achtereenvolgens de volgende metingen automatisch achter elkaar uitgevoerd:
• Riso-
• Riso+
• Uoc/Isc M (gemeten)
• Uoc/Isc S (STC-waarde)
Voor deze Autotest gelden dezelfde aansluitingen als voor de enkelvoudige isolatieweerstandmeting (Riso- /Riso+).
Instellen toegepaste PV-panelen
Voordat er gemeten gaat worden aan de PV-installatie moet eerst de configuratie van de PV-string en de fabrieksspecificaties van de
toegepaste PV-panelen worden ingegeven in de MI3109ST. Dit is tevens belangrijk voor het berekenen van de STC-waarden.
Selecteer met de Back/Next toetsen de meetfunctie ENV: MEAS OTHER. Selecteer met de TAB-toets OTHER. Selecteer met de cursor-
toetsen MODULE SETTINGS en bevestig met TEST-toets.
Selecteer met de cursortoetsen Pmax en bevestig met TEST-toets. De Pmax waarde van het PV-paneel kan nu met de cursortoetsen
worden ingegeven. Druk op TEST-toets voor bevestiging. Selecteer met de cursor-toetsen Umpp en druk op TEST-toets. Voer de juiste
waarde van Umpp in met de cursor toetsen en bevestig met TEST-toets. Herhaal deze stappen totdat alle specificatievelden zijn ingevuld.
Druk op MEM-toets. Selecteer ADD met de cursortoetsen en bevestig met TEST-toets. Geef het typenummer in van het PV-paneel en
druk op MEM-toets. De specificaties zijn nu selecteerbaar. In totaal kunnen de specificaties van 20 typen PV-panelen worden ingegeven.
Instellen opbouw PV-string
Een PV-string kan bestaan uit een aantal PV-panelen in serie en een aantal parallelle strings.
Selecteer met de Back/Next toetsen de meetfunctie ENV: MEAS OTHER. Selecteer met de TAB-toets OTHER. Selecteer met de cursor-
toetsen MEAS. SETTINGS en bevestig met TEST-toets. Selecteer met de cursortoetsen Mod.Ser. en bevestig met TEST-toets. Stel nu het
aantal PV-panelen in serie in met de cursortoetsen en bevestig met TEST-toets. Selecteer met de cursortoetsen Mod.Par.en bevestig met
TEST-toets. Stel nu met de cursor toetsen het aantal parallelle strings in en bevestig met TEST-toets.
Druk op MEM-toets voor opslag.
Test- en Meetinstrumenten
Smart solutions
Advertenties
