Fire & Security Solutions
Opmerking:
Als deze apparatuur deel uitmaakt van een brandmeldsysteem,
moet de spanning worden geleverd door een bewaakte EN54 voedingsbron,
ontworpen voor gebruikt in brandsystemen.
De voeding aansluiten:
1. Verwijder de voorklep van de Nano-detector en zoek vervolgens het
voedingsaansluitklemblok.
Raadpleeg Afbeelding 2 op pagina 5 voor een afbeelding van de detector met
verwijderde voorklep. Raadpleeg Afbeelding 10 hieronder voor een
gedetailleerde afbeelding van de voedingsaansluitklemmen.
2. Verbind respectievelijk 0 V en +24 VDC met de '0V' (-24) en '+24V'
schroefaansluitklemmen.
3. Verbind de afgeschermde draad met de AARDE-schroefaansluitklem.
Afbeelding 10: Voedingsaansluitklemmen
Relaisaansluitingen
De Nano-detector beschikt over een Alarm- en een Vooralarmrelais,
die gesloten worden (N.O.) bij alarm. De detector bevat ook een storingsrelais,
dat geopend wordt bij een storing of bij stroomuitschakeling (N.C.).
De relais zijn potentiaalvrij, met een maximale stroomcapaciteit van 1A bij
maximaal 24 VDC. Het is raadzaam de relaisverbindingskabels eenmaal rond
een onderdrukkingsferrietring te lussen (meegeleverd) om te voldoen aan de
vereisten voor immuniteit tegen straling. Er moet circa 30 mm kabel
tussen het eind van de ferrietring en het aansluitklemblok zijn, zodat er
voldoende speling is. Om dit te bereiken, is het nodig om het kabelafscherming
ongeveer 130 mm terug te trekken. De afscherming moet eindigen onder
de kabeldoorvoerdop.
De Nano-detector maakt verbinding met de brandalarmpanelen met behulp van
de ALARM-, VOORALARM en STORING-relaiscontacten.
Maak alle verbindingen zoals weergegeven in Afbeelding 11 op pagina 22.
Ingang
De Nano-detector is uitgerust met een ingang. Deze kan worden gebruikt om de
voeding te bewaken of om de gevoeligheid van de detector te verminderen door
Stratos Nano Rookaanzuigdetectiesysteem Installateurshandboek
Hoofdstuk 2: Installatie en configuratie
21