Inhoudsopgave
Advertenties
Fire & Security Solutions
Installatie
Richtlijnen voor de installatie
De volgende informatie is een beknopte richtlijn voor het installeren van
detectors:
•
De detector moet normaal worden gemonteerd op een niveau met
eenvoudige toegang.
•
De uitlaatlucht van de eenheid mag op geen enkele wijze worden
geblokkeerd. Indien de detector is gemonteerd in een andere
luchtdrukomgeving van waar de lucht wordt aangezogen (bijvoorbeeld in een
ventilatiekanaal), moet een buis van de uitlaatpoort terug worden geleid naar
de zone met dezelfde luchtdruk als de aanzuigopeningen.
•
Alle bedrading moet voldoen aan NEC, NFPA 70, CSA C22.1, lokale codes
en normen en de vereisten van de lokale AHJ. Alle signaalkabels moeten
geschikt zijn voor de toepassing.
•
De detector mag niet in gebieden worden geplaatst waar de temperatuur of
luchtvochtigheid buiten het opgegeven werkingsbereik ligt.
•
De detector mag niet nabij apparatuur worden geplaatst die mogelijk hoge
radiofrequentieniveaus genereren (zoals radio-alarmen), of eenheden die
hoge elektrische energievelden opwekken (zoals grote elektromotoren of
generators).
Tabel 3 op pagina 17 bevat een lijst met procedurerichtlijnen voor de installatie
van de Nano-detector.
16
Stratos Nano Rookaanzuigdetectiesysteem Installateurshandboek
Hoofdstuk 2: Installatie en configuratie
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
