Fire & Security Solutions
Tabel 3: Procedurerichtlijnen
Wel doen
•
Zorg ervoor dat de ClassiFire-
alarmfactor correct is ingesteld.
•
Zorg ervoor dat de stroom- en
signaalkabels correct zijn aangesloten
voordat u opstart met kabel-identifiers
of elektrische continuïteitscontroles.
Een onjuiste verbinding kan de
detector beschadigen.
•
Zorg ervoor dat de kabel van een
goedgekeurd type is voor
verbindingen.
•
Plaats rookaanzuigpunten zodanig dat
de detector in een vroegtijdig stadium
rook kan detecteren.
•
Zorg ervoor dat de detectoruitlaat zich
in een gebied bevindt met dezelfde
luchtdruk als de rookaanzuigbuizen
door de detector fysiek in het
beveiligde gebied te plaatsen, of door
een buis van de detectoruitlaat naar
het beveiligde gebied te leiden.
•
Zorg ervoor dat de omgeving van het
beveiligde gebied binnen de
bedrijfsparameters van de detector
liggen.
•
Zorg ervoor dat de detector op de
juiste manier is geaard.
De voorklep verwijderen
Als u de voorklep wilt verwijderen, maakt de u bevestigingsschroef aan de
onderzijde van de detectorbehuizing los. Vervolgens kunt u de klep verwijderen.
Mechanische installatie
Raadpleeg "Binnenzijde detector" op pagina 5 voor informatie over buizen en
buisinterfaces, en de locaties van montagegaten.
De detector wordt aangesloten op de geïnstalleerde aanzuigbuizen en bevestigd
aan het montageoppervlak met drie schroeven van een type dat geschikt is voor
het montageoppervlak. Zorg ervoor dat de aanzuig- en uitlaatbuizen goed zijn
bevestigd in de buisaansluitingen voordat u ze vastzet. Als u een buisuitlaataan-
sluiting gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de aanzuig- en uitlaatbuis in de juiste
aansluiting worden gemonteerd, zoals wordt weergegeven in "Afbeelding 8" op
pagina 18.
Stratos Nano Rookaanzuigdetectiesysteem Installateurshandboek
Hoofdstuk 2: Installatie en configuratie
Niet doen
•
Kaarten verwijderen of aansluiten wanneer de
detector is ingeschakeld.
•
De detectorinstellingen proberen in te stellen
of te wijzigen op een andere manier dan via de
programmeerbare functies. Pogingen om de
potentiometer van de laser aan te passen zijn
opspoorbaar en zullen de garantie op dit
product doen vervallen.
•
De detector laten vallen of bij het installeren
van aanzuigbuizen overdreven veel kracht
gebruiken, omdat hierdoor de detector kan
worden beschadigd.
•
Interne 0-volt-aansluitklemmen aansluiten op
lokale aarde.
•
Een aanzuigbuis met een buitendiameter kleiner
dan 27 mm gebruiken zonder een geschikt
27 mm reduceerstuk. Het is belangrijk dat er
geen lekkages zijn op de plaatsen waar de
buis aangesloten is op de detector.
•
De detector dicht bij andere apparatuur
plaatsen zodat er onvoldoende ruimte wordt
overgelaten om bij de stofscheider (filter) te
kunnen komen en deze te kunnen vervangen of
bij de RS-232-aansluiting te kunnen komen
(indien deze is geïnstalleerd).
•
De detector vlakbij RF-bronnen met een hoog
vermogen installeren of in vochtige of
blootgestelde gebieden.
•
Stofscheidercassettes (filter) na verwijdering
proberen te hergebruiken.
17