6.6.1 Meetwaarden opnemen
De ketelwatertemperatuur heeft een aanzienlijke
invloed op de rookgastemperatuur. Meet daarom indien
mogelijk bij een ketelwatertemperatuur van ca. 60 °C en
een branderlooptijd van meer dan vijf minuten.
AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER
Wij raden u aan om de voorinstellingen
die in de fabriek gedaan werden, te
controleren en deze niet te wijzigen,
wanneer deze overeenstemmen met
de technische gegevens.
Plaats de meetsonde (afb. 13, pos. 3, pagina 18)
tot in de kernstroom (midden van de rookgasleiding)
van de rookgassen (hoogste rookgastemperatuur).
Neem de meetwaarden op en noteer deze in het
inbedrijfstellingsprotocol (zie hoofdstuk 6.8
"Inbedrijfstellingsprotocol", pagina 23).
Nadat de metingen werden uitgevoerd, moet
u de verschillende meetopeningen sluiten.
6.6.2 Rookgasverlies (qA) berekenen
Het rookgasverlies mag de voorgeschreven waarde
van de Duitse norm BImSchV niet overschrijden.
q
= (t
– t
) (0,5/CO
A
A
L
t
= rookgastemperatuur bruto in °C
A
t
= luchttemperatuur in °C
L
CO
= koolstofdioxide in %
2
Blauwevlambrander Logatop BE 1.3 en 2.3 ECO - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
+ 0,007) in %
2
Brander in bedrijf stellen
6
19