6
Brander in bedrijf stellen
In dit hoofdstuk wordt beschreven, hoe u de brander
in gebruik kunt nemen.
Aangezien de brander in de fabriek "warm getest"
en vooringesteld werd, hoeft u enkel de instelwaarden
te controleren en aan de installatie aan te passen.
Vul vervolgens het inbedrijfstellingsprotocol in
(zie hoofdstuk 6.8 "Inbedrijfstellingsprotocol",
pagina 23).
AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER
De brander wordt om veiligheidsredenen
geleverd in "storingstoestand".
6.1
Elektrische stekkerverbindingen
controleren
Controleer of alle elektrische stekkerverbindingen
correct geplaatst zijn.
6.2
Installatie voor olietoevoer
controleren en aansluiten
Vooraleer u de olietoevoer aan de brander aansluit,
moet u controleren of alle olievoerende leidingen en
de oliefilter schoon en afgedicht zijn.
Voer een visuele controle van de olieleiding uit
en reinig of vervang ze eventueel.
Controleer de oliefilter, vervang hem eventueel.
Controleer de installatie voor olietoevoer (zie
hoofdstuk 9 "Installatie voor olietoevoer ontwerpen",
pagina 36).
Sluit de olieslang van de brander aan op een
oliefilter.
AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER
Let erop, dat de olieaanzuig- en
retourleiding (afb. 8 en afb. 9) niet
verwisseld worden.
Blauwevlambrander Logatop BE 1.3 en 2.3 ECO - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
Brander in bedrijf stellen
2
Afb. 8
Oliepomp – Danfoss
Legenda voor afb. 8 en afb. 9:
Pos. 1: Olieaanzuigleiding (rode band)
Pos. 2: Retourleiding (blauwe band)
2
Afb. 9
Oliepomp – Suntec
6
1
1
15