LD-G-11 / LD-W-11
Verwijder eventueel aanwezige diodes in de toevoerleidingen naar de
lampen. Verbind de lampen voor de voorwaartse rijrichting met punt X3
en die voor de achterwaartse rijrichting met punt X2. Zijn de lampen al
aan één zijde met de locmassa verbonden, dan behoeft u niets meer te
doen. Zoniet, dan sluit u de tweede zijde van de lampjes aan op de
retourleiding (punt X4).
!
Let op:
De retourleiding voor alle functies (punt X4) mag in geen geval worden
verbonden met de locmassa. Kortsluitgevaar! De locdecoder kan bij het
in bedrijf nemen worden beschadigd.
Tip: Wanneer de andere zijde van de lampen met de locmassa
verbonden is, komt het tijdens het bedrijf regelmatig voor dat de
lampen sterk knipperen. U kunt dit knipperen voorkomen door de
andere zijde met de retourleiding (punt X4) te verbinden in plaats van
met de locmassa.
!
Let op:
Wanneer u de lampen aan de retourleiding voor alle functies (punt X4)
aansluit, moet u de lampen isoleren. De lampen mogen geen contact
maken met de metalen delen van de loc. Kortsluitgevaar! De locdecoder
kan bij het in bedrijf nemen worden beschadigd.
Aansluiten van LEDs
De
functie-uitgangen
decodermassa. Daarom moet u de kathode (-) van de LED aan de
uitgang van de overeenkomstige functie aansluiten.
!
Let op:
Wanneer u gebruik maakt van lichtdiodes, dan moeten deze altijd via
een voorschakelweerstand worden gebruikt!
Lichtdiodes zijn in vele verschillende vormen te verkrijgen. Er zijn LEDs
met een stroomverbruik van 2-5 mA, maar ook van 15-30 mA. Daar de
voorschakelweerstanden verschillend zijn moet u de waarde daarvan
berekenen of bij de aankoop van de LEDs navragen.
van
de
locdecoder
Nederlands
schakelen
tegen
Pagina 87
de