Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Klemmenbord J2 - Motor, Waarschuwingslamp En Ventilator (Fig. 2); Connector J8 - Condensator Motor (Fig. 2); Klemmenbord J9 - Accessoires (Fig. 2); Connectoren J3, J5 -Snelaansluiting Eindschakelaar Openen En Sluiten (Fig. 2) - FAAC 624 BLD Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Nadat fotocellen met BUS-technologie zijn geplaatst moet het
adres van ieder paar worden geselecteerd door middel van een
combinatie van de dipschakelaars die op iedere fotocel zitten
Stel HETZELFDE ADRES dat met de
dipschakelaars gekozen is in op zowel de
zender als de ontvanger van hetzelfde
.
paar
Zorg ervoor dat er geen twee of meer paren
fotocellen zijn met hetzelfde adres
Als er geen enkel BUS-accessoire wordt
gebruikt, laat dan de klemmen 18 en 19
vrij
.
In tab. 4 zijn de programmeringen van de dipschakelaars
weergegeven binnenin de zender en de ontvanger van de
BUS-fotocellen.
Tab. 4 - Adressering PAREN BUS-fotocellen
DIPSCHAKELAAR
HETZELFDE
T X
Dip1
Dip2
Dip3
Dip4
ON
OFF
OFF
OFF
ON
OFF
OFF
ON
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
ON
ON
ON
OFF
OFF
ON
ON
OFF
ON
ON
ON
ON
OFF
ON
ON
ON
ON
Om de geïnstalleerde Bus-accessoires
in werking te stellen moeten ze worden
opgeslagen op de kaart zoals uitgelegd
in hoofdstuk 5.3.
4.4. KLEMMENBORD J2 - MOTOR, WAARSCHUWINGSLAMP
EN VENTILATOR (FIG. 2)
M (COM-MOT1-MOT2): Aansluiting Motor
LAMP (LAMP-COM): Uitgang waarschuwingslamp
VENTILATOR (FAN-COM): Uitgang ventilator

4.5. CONNECTOR J8 - CONDENSATOR MOTOR (FIG. 2)

Snelconnector om de aanloopcondensator van de motor
aan te sluiten.

4.6. KLEMMENBORD J9 - ACCESSOIRES (FIG. 2)

PE :
Aardingsaansluiting
Voeding 230 V~ of 115 V~ ( Nulleider )
N :
L :
Voeding 230 V~ of 115 V~ ( Lijn )
Vo o r e e n g o e d e w e r k i n g i s h e t
verplicht de kaart op de aardgeleider
in de installatie aan te sluiten. Zorg
bovenstrooms van het systeem voor
een geschikte magnetothermische
differentieelschakelaar.
4.7. C O N N E C T O R E N J 3 , J 5 – S N E L A A N S LU I T I N G
EINDSCHAKELAAR OPENEN EN SLUITEN (FIG. 2)
Snelconnector voor de aansluiting van de eindschakelaars
voor het openen (J3) en sluiten (J5).
DIPSCHAKELAAR
ADRES
R X
Type
Paar
1° Paar
2° Paar
3° Paar
Fotocel
4° Paar
SLUITING
5° Paar
6° Paar
7° Paar
OPEN-
Enkel
Paar
IMPULS
4.8. CONNECTOR J6 – SENSOR FORCERING BOOM (FIG. 2)
Snelconnector voor de aansluiting van de sensor voor het
.
forceren van de slagboom (indien aanwezig). Als deze sensor
er niet is, laat dan de geleverde doorbinding aangesloten.

4.9. FREQUENTIESCHAKELAAR DS1 (FIG. 1)

Schakelaar met dipschakelaars die wordt gebruikt om de
werkfrequentie van de detectielussen voor voertuigen op
HOOG of LAAG in te stellen. Zie hoofdstuk 5.5

4.10. CONNECTOR J4 - SNELAANSLUITING MINIDEC, DECODER EN RP

Wordt gebruikt voor de snelaansluiting van Minidec, Decoder
en Ontvangers RP / RP2.
Als een ontvanger met een dubbel kanaal wordt gebruikt,
type RP2, kunnen de commando's OPEN en CLOSE
van het automatisch systeem rechtstreeks door een
radioafstandsbediening met een dubbel kanaal worden
gegeven.
Als een ontvanger met een enkel kanaal wordt gebruikt, type
RP , kan alleen het commando OPEN worden gegeven.
Sluit het accessoire aan met de kant met onderdelen naar
de binnenkant van de kaart gericht
De kaarten mogen er UITSLUITEND in worden
gezet en eruit worden gehaald na de
spanning te hebben losgekoppeld.
Voorbeeld aansluiting van accessoire radio
624BLD
5.

PROGRAMMERING

Om de werking van het automatische systeem te
programmeren moet de modus "PROGRAMMERING" worden
opgeroepen.
De programmering bestaat uit drie delen: 1e NIVEAU, 2e
NIVEAU en 3e NIVEAU.
de gewijzigde programmeringsparameters
worden onmiddellijk effectief, terwijl de
definitieve opslag in het geheugen pas
plaatsvindt wanneer de programmering
wordt afgesloten en men terugkeert naar de
statusweergave van het geautomatiseerde
systeem. Als de voeding naar de apparatuur
wordt losgekoppeld vòòr terugkeer naar de
statusweergave, gaan alle aangebrachte
wijzigingen verloren.
Vanuit elk willekeurig punt van de
programmering van ieder niveau kan naar
de statusweergave worden teruggekeerd,
door de toetsen F en – tegelijk in te
drukken.

5.1. PROGRAMMERING 1e NIVEAU

De toegang tot de PROGRAMMERING 1e NIVEAU wordt
verkregen met de drukknop F:
• als hij wordt ingedrukt (en ingedrukt wordt gehouden),
toont het display de naam van de eerste functie.
• als de knop wordt losgelaten verschijnt de waarde van
de functie op het display; deze kan worden gewijzigd
met de toetsen + en -.
door F opnieuw in te drukken (en ingedrukt te houden)
laat het display de naam van de volgende functie
zien, enz..
• aangekomen bij de laatste functie zult u, als u opnieuw
F indrukt, de programmering verlaten, en geeft het
display opnieuw de status van de ingangen weer.
6
.
.
RP / RP2
J4
Fig. 8

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave