Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

9.

PROGRAMMERING 3e NIVEAU

De programmeringen van het 3e niveau wordt alleen gebruikt als de reeds in het geheugen aanwezige bedrijfslogica's verder aan
de wensen van de gebruiker moeten worden aangepast.
Controleer, alvorens wijzigingen aan te brengen in dit niveau, of u goed heeft begrepen wat de aard is van de
stappen die u wilt veranderen, en wat de invloed daarvan op het automatisch systeem is.
Om toegang te krijgen tot de PROGRAMMERING 3e NIVEAU moet knop F ingedrukt worden gehouden en tegelijkertijd knop + ongeveer
10 seconden worden ingedrukt. Het gebruik van de toetsen F, + en – is hetzelfde als bij de andere twee programmeerniveaus.
PROGRAMMERING 3e NIVEAU
Functie
D.
0 1
Als deze functie wordt geactiveerd wordt de boom na de pauzetijd automatisch gesloten.
Als deze functie wordt geactiveerd, heeft men een werking met twee afzonderlijke
02
ingangen: OPEN voor het openen en CLOSE voor het sluiten.
Activering van de herkenning van de niveaus van de ingangen OPEN en CLOSE (commando
ingedrukt gehouden). D.w.z., de kaart herkent het niveau (bijvoorbeeld als OPEN ingedrukt
03
wordt gehouden en op STOP wordt gedrukt, gaat het automatische systeem, wanneer
laatstgenoemde wordt losgelaten, verder met openen). Als
kaart uitsluitend een commando voor een manoeuvre als de ingang wordt gewijzigd.
Activering opening met DEAD MAN (commando steeds ingedrukt). Als het commando
04
OPEN wordt losgelaten, wordt de werking geblokkeerd
Als deze functie wordt geactiveerd, stopt het commando OPEN de beweging tijdens het openen.
05
06 no
Als de parameter
06 Y
Als de parameter
Als deze functie wordt geactiveerd, keert het commando OPEN de beweging tijdens
06
het openen om.
05
Als de parameters
Als deze functie wordt geactiveerd, blokkeert het commando OPEN tijdens de pauze
07
de werking.
07
Als de parameters
Als deze functie wordt geactiveerd, zorgt het commando OPEN tijdens de pauze voor sluiting.
08
07
Als de parameters
Als deze functie wordt geactiveerd, blokkeert het commando OPEN tijdens het sluiten de
09
werking; zo niet, dan keert hij de beweging om.
Activering sluiting met DEAD MAN (commando steeds ingedrukt). Als het commando CLOSE
10
wordt losgelaten, wordt de werking geblokkeerd.
Als deze functie wordt geactiveerd, heeft het commando CLOSE prioriteit boven OPEN;
1 1
zo niet, dan heeft OPEN prioriteit boven CLOSE.
Als deze functie wordt geactiveerd, geeft het commando CLOSE het commando
12
voor sluiting wanneer hij wordt losgelaten. Zolang als CLOSE actief is blijft de eenheid
voorknipperen bij sluiting.
Als deze functie wordt geactiveerd, blokkeert het commando CLOSE tijdens het openen
13
de werking; zo niet, dan geeft het CLOSE het commando om de beweging onmiddellijk,
of nadat de openingsbeweging is beëindigd, om te keren (zie ook parameter 14)
Als deze functie wordt geactiveerd en als de parameter
CLOSE het commando voor onmiddellijke sluiting nadat de openingscyclus is beëindigd
14
(slaat CLOSE op in het geheugen). Als de parameters
commando voor onmiddellijke sluiting.
Als deze functie wordt geactiveerd met het systeem geblokkeerd door een STOP , beweegt
15
een daaropvolgend OPEN-commando de boom in de tegengestelde richting. Als de
15 no
parameter
is, sluit hij altijd.
Als deze functie wordt geactiveerd, blokkeren de VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN SLUITING
16
tijdens het sluiten de beweging en staan ze toe dat de beweging wordt hervat wanneer
ze vrijkomen; zo niet, dan keren ze de beweging onmiddellijk om in opening.
Als deze functie wordt geactiveerd, geven de VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN SLUITING
17
het commando voor sluiting wanneer ze vrijkomen.
18
(zie ook parameter
Als deze functie wordt geactiveerd, en als de parameter
18
de openingscyclus beëindigd is alvorens het sluitingscommando uit te voeren dat door
de VEILIGHEIDSINRICHTINGEN SLUITING is gegeven.
Als deze functie wordt geactiveerd, blokkeert LOOP2 tijdens het sluiten de beweging, en
19
staat hij toe dat de beweging wordt hervat wanneer hij vrijkomt; zo niet, dan keert hij de
beweging onmiddellijk om in opening.
Als deze functie wordt geactiveerd, geeft LOOP2 het commando voor sluiting wanneer
20
hij vrijkomt (zie ook parameter 21).
Als deze functie wordt geactiveerd, en als de parameter
2 1
de openingscyclus beëindigd is alvorens het sluitingscommando uit te voeren dat door
LOOP2 is gegeven.
Als deze functie wordt geactiveerd, verkrijgen de commando's van LOOP1 prioriteit
22
boven die van LOOP2.
10 sec
is, is het systeem gereed om te worden geopend.
is, is het systeem gereed om te worden gesloten.
06
en
no zijn, heeft OPEN geen effect tijdens het openen.
08
en
no zijn, zorgt OPEN dat de pauzetijd opnieuw begint te lopen.
08
en
no zijn, zorgt OPEN dat de pauzetijd opnieuw begint te lopen.
).
03
is gedeactiveerd, geeft de
13
no is, geeft het commando
13
14 no
en
no zijn, geeft CLOSE het
17 Y
is, wacht de eenheid tot
20 Y
is, wacht de eenheid tot
13
Instelling
Y
= automatische sluiting
no
= uitgeschakeld
Y
= werking met 2 ingangen
no
= uitgeschakeld
Y
= herkenning niveau
no
= herkenning wijziging status
Y
= actief
no
= uitgeschakeld
Y
= blokkeert tijdens opening
no
= uitgeschakeld
Y
= keert beweging tijdens
opening om
no
= uitgeschakeld
Y
= blokkeert tijdens de pauze
no
= uitgeschakeld
Y
= sluit tijdens pauze
no
= uitgeschakeld
Y
= blokkeert
no
= keert om
Y
= actief
no
= uitgeschakeld
Y
= actief
no
= uitgeschakeld
Y
= sluit na loslaten
no
= sluit onmiddellijk
Y
= CLOSE blokkeert
no
= CLOSE keert om
Y
= sluit na einde
openingsbeweging
no
= onmiddellijke sluiting
Y
= beweegt de boom in
tegengestelde richting
no
= sluit altijd
Y
= sluit bij vrijkomen
no
= keert onmiddellijk om
Y
= sluit bij vrijkomen van FSW
no
= uitgeschakeld
Y
= sluit na einde
openingsbeweging
no
= uitgeschakeld
Y
= sluit bij vrijkomen
no
= keert onmiddellijk om
Y
= sluit als LOOP2 vrij is
no
= uitgeschakeld
Y
= sluit na einde
openingsbeweging
no
= uitgeschakeld
Y
= actief
no
= uitgeschakeld

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave