- 33 -
Capaciteitsregeling compressor in de ijs-modus [Compressor
Capacity Control In Ice Mode]
In de IJs-modus worden compressors die in bedrijf zijn tegelijkertijd geladen, met de
hoogst mogelijke snelheid waarbij de stabiele werking van de afzonderlijke circuits
gewaarborgd blijft.
EXV-regeling
De EXV-positionering wordt bepaald zoals beschreven in de volgende secties, met
verhogingen van steeds 0,1% van het totale bereik.
Het aantal expansieventielen is verbonden aan het aantal compressors, voor elke
compressor is er één ventiel voorzien.
Bediening pre-open
De EXV-regeling voorziet een pre-open-bediening. Het pre-openpercentage is standaard
ingesteld op 0% en wordt behouden voor toekomstig gebruik.
Bediening Opstarten [Startup Operation]
Wanneer de eerste compressor start, wordt er een drukdoelwaarde berekend als
(instelpunt Low Pressure Hold + 20kPa). Vervolgens wordt de doelwaarde voortdurend
verhoogd met een bepaald aantal kPa/uur totdat de doelwaarde voor normale werking
wordt bereikt. Vervolgens schakelt de controle over naar het normale proces
(drukcontrole).
Het normale proces (Drukcontrole) [Normal Operation (Pressure Control)]
Het normale proces van de EXV wordt gebruikt om het koelingsniveau van de
verdamper en de condensator te controleren en het systeem zo efficiënt mogelijk te
maken. De basisdoelstelling wordt berekend als een functie van de methode van de
verdamper. Vervolgens wordt de doelstelling verbeterd om een geschikte olie-
afscheiding en het vullen van de warmtewisselaars te garanderen.
Het gemiddelde wordt berekend van minimum-perstemperatuur superheat tussen de
twee compressors en dit resultaat wordt gebruikt om de correctie te berekenen. Wanneer
de gemiddelde perstemperatuur superheat onder een instelpuntwaarde komt, wordt een
correctie toegepast om de uiteindelijke drukwaarde te verlagen. Er wordt geen correctie
toegepast als de perstemperatuur superheat hoger blijft dan de nominale waarde van de
perstemperatuur superheat.
Een bijkomende correctie wordt toegepast als een functie van de superheat in de
zuigleiding. De maximumwaarde van de superheat in de zuigleiding wordt vergeleken
met het instelpunt van de superheat in de zuigleiding. Vervolgens wordt een algoritme
gebruikt om de correctiewaarde te bepalen. Deze berekende waarde verhoogt of verlaagt
de uiteindelijke druk om het instelpunt binnen 0.2dK van het doel te houden. Correcties
kunnen wijzigen, afhankelijk van de bedrijfsconsidities.
Handmatige bediening [Manual Control]
De EXV-positie kan handmatig worden ingesteld. Handmatige bediening kan alleen
worden geselecteerd wanneer de EXV-toestand Druk [Pressure] is. In alle andere
gevallen wordt het instelpunt EXV-regulering [EXV control] gedwongen tot auto.
Wanneer EXV-regulering is ingesteld op handmatig, dan is het druk-doel gelijk aan de
instelling handmatige Druk-doel. Wanneer de instelling Handmatig is wanneer het
circuit overgaat van In bedrijf naar een andere toestand, dan wordt de
reguleringsinstelling automatisch teruggezet naar auto. Als de EXV-regulering wordt
gewijzigd van handmatig terug naar auto terwijl de circuit-status in bedrijf blijft, gaat de
EXV-status terug naar de normale processen.
D - EOMWC00310-12NL