12 Ontwerp
!
OPMERKING
!
OPMERKING
83311007 1/2021-07 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Stookoliecondensatieketel WTC-OB 14-B en WTC-OB 18-B
12 Ontwerp
12.1 Stookolietoevoer
EN 12514-2, DIN 4755, TRÖl en de plaatselijk geldende voorschriften in acht
nemen.
Algemene aanwijzingen voor de stookolietoevoer
Bij stalen tanks geen kathodenbeschermsysteem inzetten.
Bij stookolietemperaturen < 5 °C kunnen leidingen, stookoliefilters en verstuivers
door paraffinevorming verstopt raken. Stookolietank en buisleidingen in zones die
aan vorst blootgesteld zijn vermijden.
Maaswijdte van de stookoliefilter van 20 ... 35 µ in acht nemen.
Afsluitinrichting vóór de condensatieketel installeren.
Stookolieleiding
Als toevoerleiding naar de condensatieketel een leiding 6 x 1 mm (4 mm binnen)
gebruiken. Een te groot gedimensioneerde toevoerleiding bevordert
luchtophopingen door te lage stroomsnelheid.
Aanzuigweerstand en vertrekdruk
Schade aan de stookoliepomp door te hoge aanzuigweerstand
Een aanzuigweerstand groter dan 0,4 bar kan de pomp beschadigen.
Aanzuigweerstand reduceren – of – stookolietoevoerpomp of aanzuigaggregaat
installeren, daarbij op de maximale toevoerdruk ter hoogte van de stookoliefilter
letten.
De aanzuigweerstand is afhankelijk van:
aanzuigleidingslengte en -diameter;
drukverlies van de stookoliefilter en andere ingebouwde onderdelen;
laagste stookoliestand in stookolietank (max 3,5 m onder de stookoliepomp).
Uitlopende stookolie door te hoge vertrekdruk
Stookoliefilter-ontluchter-combinatie kan beschadigd worden, stookolie kan
uitlopen en tot milieuvervuiling leiden.
Vertrekdruk van 0,7 bar niet overschrijden.
Als de toegelaten aanzuigweerstand van de stookoliepomp op de brander
overschreden wordt, moet een bijkomende stookolietoevoerpomp geïnstalleerd
worden; daarbij een maximale vertrekdruk van 0,7 bar in acht nemen.
116-148