De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden:
Probleem
Stookoliepomp maakt sterke
mechanische geluiden
Vlambuis/luchtdoseerhuls heeft
sterke cokesafzetting
Verbranding pulseert sterk of
brander dreunt
CO-gehalte te hoog
Stabiliteitsproblemen
Mechanisch geluid
Rookgasreuk
Hydraulische geluiden bij
warmwateroplading
Geen warmwateroplading
Brander start, loopt naar
werkingsfase 3, schakelt af en
start opnieuw
Na 10 mislukte startpogingen
wordt de installatie vergrendeld
met F47
Onderhoudsweergave knippert
na de inbedrijfstelling
(knipperende steeksleutel)
83311007 1/2021-07 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Stookoliecondensatieketel WTC-OB 14-B en WTC-OB 18-B
10.6 Werkingsproblemen
Oorzaak
Stookoliepomp zuigt lucht
Hoog vacuüm in de stookolieleiding
Stookolieverstuiver defect
Verkeerde verstuiverafstand
Verkeerde verbrandingsluchthoeveelheid
Verkeerde luchtuittrede aan de
menginrichting
Verkeerde verstuiverafstand
Verkeerde stookolieverstuiver
Vermogenbereik van de luchtdoseerhuls
overschreden
Rookgassysteem lekt.
Verstuiverafstand te groot
Verkeerde verstuiverafstand
Condensaatafloop niet gegarandeerd
Vulstand sifon te laag
Drie-weg-ventiel schakelt niet correct
Probleem bij ontsteking
Actuele vuurhaarddrukken werden niet
opnieuw gemeten en opgeslagen.
111-148
10 Foutopsporing
Oplossing
Dichtheid van de stookolietoevoer
controleren.
Filter reinigen.
Stookolietoevoer controleren.
Stookolieverstuiver vervangen
[hfst. 9.10].
Verstuiverafstand controleren,
eventueel instellen [hfst. 9.6].
Brander afstellen.
Plaatsing van het eindstuk van de
belichtingsbuis controleren.
Verstuiverafstand controleren,
eventueel instellen [hfst. 9.6].
Verstuivertype controleren
[hfst. 7.4.1].
Luchtdoseerhulscontroleren
[hfst. 7.4.1].
Bij ruimteluchtonafhankelijke werking,
dichtheid van het rookgassysteem
controleren [hfst. 7.3].
Verstuiverafstand controleren,
eventueel instellen [hfst. 9.6].
Verstuiverafstand controleren,
eventueel instellen [hfst. 9.6].
Condensaatafvoer controleren.
Sifon vullen [hfst. 5.3].
Flow-valve van het vertrek boiler in de
terugloop inbouwen.
Ontstekingsinrichting controleren, evt.
vervangen.
Inbedrijfstelling door middel van
inbedrijfstellingsprogramma's
(parameter 73) uitvoeren.