De volgende waarschuwingen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden:
Waarschu-
Oorzaak
wingscode
Alarm condensaatopvoerpomp
W25
Niveauschakelaar is geactiveerd
Vuurhaarddruksensor
W27
Installatiedruksensor/terugloopvoeler
W28
Buitenvoeler
W33
Warmwatervoeler (B3)
W34
WW-uitlaatvoeler (B12)
W35
Installatiedruk te laag
W36
(zie parameter 39)
Geen stuursignaal circulatiepomp
W42
Ventilatortoerental tijdens de werking trap 2 niet
W43
bereikt
Codeerstekker BCC niet ingestoken
W61
Probleem communicatie met cascademanager of
W80
WCM-Sol
Probleem communicatie met WCM-FS#1
W81
Probleem communicatie met EM#2 of
W82
WCM-FS#2
Probleem communicatie met EM#3 of
W83
WCM-FS#3
Probleem communicatie met EM#4 of
W84
WCM-FS#4
Probleem communicatie met EM#5 of
W85
WCM-FS#5
83311007 1/2021-07 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Stookoliecondensatieketel WTC-OB 14-B en WTC-OB 18-B
103-148
Oplossing
Condensaatopvoerpomp controleren.
Bodemplaat controleren, evt. reinigen of
ledigen.
Niveauschakelaar controleren.
Sensor en leiding controleren, evt. vervangen.
Sensor en leiding controleren, evt. vervangen
(vóór de vervanging toestel waterzijdig
ledigen).
Voeler en leiding controleren, evt. vervangen.
Voeler en leiding controleren, evt. vervangen.
Voeler en leiding controleren, evt. vervangen.
Installatiedruk controleren en bijvullen.
Verbinding controleren.
Circulatiepomp controleren [hfst. 10.5].
Branderinstelling controleren.
Ventilator en leiding controleren, evt.
vervangen [hfst. 9.16].
Elektromagnetische storingsbron
(voelerleidingen) verwijderen.
Codeerstekker insteken.
Gegevens van codeerstekker naar
ketelelektronica WCM-OB-CPU overdragen:
Toestel op schakelaar S1 uitschakelen.
[ENTER]-toets en [reset]-toets tegelijkertijd
ingedrukt houden, daarbij toestel
inschakelen.
bcc wordt weergegeven.
Met [ENTER]-toets bevestigen.
Verbinding controleren.
Cascademanager controleren.
Adres parameter 12 controleren.
eBus-voeding controleren.
Verbinding controleren.
Afstandsbedieningseenheid vervangen.
Adressering controleren.
Verbinding controleren.
Uitbreidingsmodule vervangen.
Afstandsbedieningseenheid vervangen.
Adressering controleren.
Verbinding controleren.
Uitbreidingsmodule vervangen.
Afstandsbedieningseenheid vervangen.
Adressering controleren.
Verbinding controleren.
Uitbreidingsmodule vervangen.
Afstandsbedieningseenheid vervangen.
Adressering controleren.
Verbinding controleren.
Uitbreidingsmodule vervangen.
Afstandsbedieningseenheid vervangen.
10 Foutopsporing