Handel als volgt om de voedingskabel te
vervangen:
a.
Til het luchtintrederooster (3) op en
verwijder de vier schroeven (3a) (afb.
25a).
drie schroeven (1b) (afb. 25b).
b.
Verwijder de sierbehuizing (6).
c.
Schroef de kabelwartel (J1) en de blok-
keerschroeven van de kabels van het
klemmenbord (J2) los (afb. 26).
d.
Verwijder de kabel en breng de nieuwe
kabel aan door hetzelfde traject te volgen.
e.
Zet de drie polen van de kabel vast in het
klemmenbord (J2) en draai de schroeven
vast.
f.
Zet de kabel vast met de klem (J1).
g.
Monteer opnieuw de sierbehuizing (6)
van het apparaat.
Bovenstaande handeling moet
uitgevoerd worden door gespe-
cialiseerd personeel dat in het
bezit is van de door de wet voor-
geschreven bekwaamheden.
2.6 - CONFIGURATIES VIA HET
CONTROLEPANEEL
a.
Steek de stekker in het stopcontact om de klimaatregelaar van voeding te voor-
b.
Houd de toets MODE
weergeeft.
c.
Druk op de toetsen + of - om de parameterwaarde te selecteren die ingesteld
moet worden (van P0 tot P4).
d.
Houd de toets MODE circa 2 seconden ingedrukt tot de parameter knippert.
e.
Druk op de toetsen + of - om de gewenste waarde te selecteren.
f.
Druk op MODE om de gewenste waarde te bevestigen.
g
cedure van de parameters te verlaten.
NL - 26
25
1
1b
3
6
26
8
3 3a
J2
J1
-