Beschrijving van de signaalin-/uitgangen
34
Seriële interface
De seriële RS232 interface verzendt de meetgegevens en
alarmen/meldingen in gewone tekst/ASCII in CSV-opmaak. Hij is
altijd actief. De baudrate is vast ingesteld op 9600.
In de opmaak 8 bit, 2 stopbits wordt geen pariteit verzonden.
Zodra een nieuwe meetwaarde wordt vastgesteld, wordt deze
verzonden. Nieuwe alarmen worden via de seriële interface
verzonden; sommige alarmen ook als het alarm werd beëindigd, zie
Storingsmeldingen / hulp bij storingen
Indeling meldingen
De berichten worden opgeslagen in het formaat "Comma-Separated-
Value":
•
De velden worden gescheiden door een komma
•
Het decimaalteken is een punt
•
Elk record begint met de ASCII-tekens "02" <STX> en eindigt
met "03" <ETX>.
•
Meldingen en meetwaarden kunnen worden onderscheiden
door te kijken naar de eerste tekens: "ME" betreft een
meetwaarde, "AL" een alarm/een melding.
•
Het berichtenformaat stemt overeen met het formaat van de
Testomat 2000
Hoewel het apparaat geen grenswaardefunctie heeft, worden
omwille van compatibiliteitsredenen dezelfde velden
verzonden.
Voorbeeld voor meetwaarde:
<STX>ME,TH,18.04.2019,10:59,TH2005,-,0.28,°dH,limit
val.1, 0,limit val.2,0,°dH<ETX>
Voorbeelden voor meldingen:
<STX>AL,troebelheid,01.08.2013,07:30<ETX>
<STX>AL,troebelheid niet actief,01.08.2013,
07:35<ETX>
op pagina 35.
®
datalogger.