3. Gebruik voor elke kop koffie een afgestreken maatschepje
(13) gemalen koffie. Pas de hoeveelheid koffie aan voor
sterkere of mildere koffie!
4. Sluit het deksel van het apparaat (1) en plaats de kan (4)
in het apparaat. Zorg ervoor dat de kan (4) goed in het
apparaat is geplaatst.
5. Druk op de aan/uit-knop (8) om het apparaat in te
schakelen. Het ingebouwde indicatielampje geeft aan dat
het apparaat in bedrijf is.
Het koffiezetproces kan op elk willekeurig moment worden
onderbroken door op de aan/uit-knop (8) te drukken.
Zodra het apparaat weer wordt ingeschakeld, gaat het
apparaat verder met het koffiezetproces.
Opmerking: Als u een kop koffie wilt drinken voordat het
koffiezetproces is voltooid, haal de kan (4) dan uit het apparaat.
Het druppelen stopt automatisch door de automatische
druppelstop. Plaats de kan (4) binnen 30 seconden terug,
het druppelproces wordt automatisch hervat.
6. N adat het koffiezetcyclus is voltooid (er druppelt geen water
meer door het filter), kan de kan (4) worden uitgenomen.
Open het deksel niet tijdens het serveren van koffie om
ervoor te zorgen dat de koffie langer op temperatuur blijft.
7. Zolang het apparaat is ingeschakeld, kunt u de koffie
warmhouden door de kan (4) na het inschenken terug te
plaatsen op de warmhoudplaat (3). De warmhoudplaat
(3) zal, zolang het koffiezetapparaat is ingeschakeld,
automatisch in- en uitschakelen om de ideale
serveertemperatuur te behouden.
Attentie: Het apparaat schakelt binnen 40 minuten
automatisch uit en het indicatielampje gaat ook UIT. De
warmhoudfunctie is niet langer actief op het moment dat het
apparaat automatisch is uitgeschakeld.
Handleiding
DUtcH
35