NL
BE
Als zich tijdens het gebruik
een ongeval of storing voor-
doet, schakel dan onmiddel-
lijk het apparaat uit en haal
de stekker uit het stopcontact.
Verzorg verwondingen op
een gepaste manier of raad-
pleeg een arts. Raadpleeg
het hoofdstuk "Problemen
oplossen" of neem contact
op met ons servicecenter om
storingen op te lossen.
Werken met het apparaat:
Opgepast! Het apparaat kan
ernstige verwondingen veroor-
zaken. Zo vermijdt u ongeval-
len en verwondingen:
Voorbereiding:
• Lees de gebruiksaanwijzing
zorgvuldig door. Maak u ver-
trouwd met alle bedienings-
elementen en met het juiste
gebruik van de machine.
• U bent als gebruiker persoonlijk
aansprakelijk voor ongevallen
of gevaarlijke situaties tegen-
over derden en hun eigendom.
• De machine is niet geschikt
voor gebruik door kinderen.
• Kinderen en personen met be-
perkte lichamelijke, sensorische
of geestelijke vermogens of on-
toereikende ervaring en kennis
of personen die niet vertrouwd
zijn met deze gebruiksaanwij-
zingen, mogen deze machine
niet gebruiken. Lokale bepalin-
gen kunnen de minimumleeftijd
van de bedieningspersoon vast-
leggen.
• Personen met een motorische
42
handicap mogen het apparaat
enkel onder toezicht gebruiken.
• Maak nooit gebruik van het ap-
paraat terwijl er personen, in
het bijzonder kinderen, en huis-
dieren in de buurt zijn.
• Controleer het terrein, waar het
apparaat gebruikt wordt, en
verwijder stenen, stokken, dra-
den of andere vreemde voor-
werpen, die vastgegrepen en
weggeslingerd kunnen worden.
Gebruik het apparaat niet om
oneffenheden van de grond
vlak te maken.
• Draag steeds gepaste werkkle-
dij, zoals vast schoeisel met een
slijpvrije zool, een robuuste,
lange broek, oorbescherming
en een beschermbril. Gebruik
het apparaat niet als u bloots-
voets stapt of open sandalen
draagt. Draag geen loszittende
kleding, kleding met loshan-
gende snoeren of stropdassen.
Die beveiliging van het apparaat
en de persoonlijke veiligheidsuit-
rustingen beschermen uw eigen
gezondheid en die van anderen
en garanderen een optimale wer-
king van het apparaat.
• Werk niet met een bescha-
digd, onvolledig of zonder de
toestemming van de fabrikant
omgebouwd apparaat. Werk
niet met beschadigde of ontbre-
kende beschermingsinrichtingen
(bijvoorbeeld starthefboom,
ontgrendelknop, beschermings-
inrichting tegen stoten).
Stel nooit beschermingsinrich-
tingen buiten werking (bijvoor-
beeld door de starthefboom
vast te binden).