NL
• Inschakelen: Twee keer snel achter
elkaar indrukken (< 0,5 s)
• Uitschakelen: Indrukken tijdens ge-
bruik.
• Draaiwiel (4)
Slagfrequentie instellen in 6 niveaus.
• Pendelschakelaar (12)
Stel de pendelbeweging van het zaag-
blad in in 4 standen:
• 0 - Geen pendelbeweging
• 1 - Geen pendelbeweging
• 2 – Middelste pendelbeweging
• 3 - Grote pendelbeweging
• Schakelaar (stofblaasfunctie)
(11)
Blazerfunctie voor spaanvrije snijlijn;
richting gezien van achteren
⭢
deactiveren
• Laser (22) + Led-werklicht (20)
Gebruik de omschakelaar (24) om tus-
sen de verschillende bedrijfsmodi om te
schakelen:
Uit ⭢ Laser + Led-werklicht ⭢ Led-
werklicht ⭢ Laser ⭢ Uit...
Bij de volgende inbedrijfstelling keert
het apparaat terug naar de werkings-
modus die actief was toen het van de
voeding werd losgekoppeld.
Montage en demontage van
de glijschoen
Bij werkzaamheden aan krasgevoelige
werkstukoppervlakken is het aan te raden
met een glijschoen (9) te werken.
Glijschoen monteren (Fig. A)
1. Plaats de glijschoen (9) aan de voor-
kant van de voetplaat (10).
2. Druk de blokkeernokken (8) op het
achterste deel van de schuifschoen
over de voetplaat (10).
12
Glijschoen demonteren (Fig. A)
1. Druk de schuifschoen (9) aan de blok-
2. Trek de glijschoen (9) naar voor van
Zaagblad monteren en
demonteren
Voorwaarden
• Het zaagblad is geschikt voor het des-
⭠
activeren
• De spanklauw is vrij van splinters of an-
Zaagblad monteren (Fig. B)
1. Draai de ontgrendeling van de span-
2. Zet het zaagblad (15/16) in de span-
3. Laat de ontgrendeling van de span-
4. Zorg ervoor dat het zaagblad (15/
Zaagblad demonteren (Fig. B)
Houd het apparaat zodanig vast dat per-
sonen in de omgeving niet door het uitge-
worpen zaagblad worden verwond.
1. Houd het (15/16) zaagblad vast.
2. Draai de ontgrendeling van de span-
keernokken (8) uit de voetplaat (10).
de voetplaat (10) af.
VOORZICHTIG! Risico
op letsel bij aanraking van het
zaagblad. Draag beschermende
handschoenen bij hantering van
het zaagblad.
betreffende materiaal. Het apparaat
wordt geleverd met een grof getand
zaagblad voor hout en een fijn zaag-
blad voor metaal en kunststof.
dere materiaalresten.
klauw (21) zo ver mogelijk. Houd de
ontgrendeling in deze stand.
klauw (18).
klauw (21) los.
16) correct bevestigd is en dat de tan-
den in de snijrichting wijzen.
klauw (21) zo ver mogelijk.
Het zaagblad (15/16) wordt uitge-
worpen.