UMG 96RM-E
Stroomrichting
De stroomrichting kan op het apparaat of via de aanwe-
zige seriële interfaces voor elke fase apart gecorrigeerd
worden.
Bij foutieve aansluiting is het achteraf wijzigen van de
aansluiting op de aansluitklemmen van de stroomtrans-
formator niet nodig.
Bij de differentiaalstroommeting (RCM) volgt geen rich-
tingsafhankelijke onderscheiding van de differentiaal-
stromen op de net- resp. lastzijde (niet richtingsselec-
tief).
c
Aansluitingen stroomtransformatoren
De secundaire aansluitingen van de stroom-
transformatoren moeten daaraan zijn kort-
gesloten, voordat de stroomvoedingen naar
de UMG 96RM-E onderbroken worden!
Is er een testschakelaar voorhanden, die
de secundaire leidingen van de stroom-
transformator automatisch kortsluit, is het
voldoende, deze in de stand „Testen" te
brengen, indien de kortsluiters tevoren
gecontroleerd.
24
c
Let op!
Een meting van de differentiaalstroom vindt
plaats via de klemmen I5 en I6 (vergelijk
pagina 30). Er volgt geen richtingsafhankelijke
onderscheiding van de differentiaalstromen van
de net- resp. lastzijde (niet richtingsselectief).
c
Aarding van de stroomtransformatoren
Is er voor de aarding van de secundaire
wikkeling een aansluiting voorzien, dan
moet deze met aarde verbonden worden.
c
Open stroomtransformatoren!
Op stroomtransformatoren die aan secun-
daire zijde open gebruikt worden, kunnen
hoge spanningspieken optreden waarbij
aanraking gevaarlijk is!
Bei "open-veilige" stroomtransformatoren"
is de wikkelingsisolatie erop berekend, dat
de stroomtransformatoren open gebruikt
kunnen worden. Maar ook het aanraken van
deze stroomtransformatoren is gevaarlijk,
wanneer ze open gebruikt worden.