INSTALLATIE
Opgelet!
Het fornuis mag enkel door een er-
kend installateur op een gasfles met
vloeibaar gas of een vaste gasinstal-
latie aangesloten worden. Hierbij
moeten de geldende veiligheidsvoor-
schriften in acht genomen worden
Aansluiting op een elastische stalen
leiding.
Als het fornuis in overeenstemming met de
principes voor klasse 2, subklasse I, geïn-
stalleerd wordt, dan raden we aan om bij de
aansluiting van het fornuis op de gasinstal-
latie uitsluitend een elastische metalen leiding
te gebruiken, die aan de geldende nationale
voorschriften voldoet. De verbinding die het
gas naar het fornuis aanvoert, heeft een
G1/2" schroefdraad.
Voor de aansluiting mogen enkel buizen en
pakkingen gebruikt worden, die aan de gel-
dende normen voldoen. De maximale lengte
van de elastische leiding mag niet meer dan
2000 mm bedragen.
Zorg ervoor, dat de aansluiting niet in contact
komt met andere beweeglijke delen, die de
aansluiting zouden kunnen beschadigen.
Aansluiting op een onbuigbare instal-
latiebuis.
Het fornuis heeft een verbindingsstuk met
een G1/2" schroefdraad.
Het toestel moet zo op de gasinstallatie aan-
gesloten worden, dat er op geen enkel punt
van de installatie en op geen enkel element
van het toestel spanning ontstaat.
Als er een overdreven draaimoment toege-
past wordt bij het aandraaien (meer dan 18
Nm), dan kan dit de aansluiting beschadigen
of lekken doen ontstaan.
De gasleiding mag de metalen elementen
van de ombouw aan de achterkant van het
fornuis niet raken.
Attentie!
Steeds nadat u de drukregelaar heeft
vervangen, moet u het apparaat een
technische keuring laten ondergaan
die de gaskranen en de uitstroombe-
veiliging omvat.
Opgelet!
Na de installatie van het fornuis moet
de afdichting van alle aansluitingen
gecontroleerd worden met bv. water
met zeep.
Er mag geen vuur gebruikt worden om
de afdichting te controleren.
49