NEDERLANDS
Bereidingstabel
Warmte-instel‐
ling
1
Bereide gerechten warmhou‐
den.
1 - 2
Hollandaisesaus, smelten: bo‐
ter, chocolade, gelatine.
1 - 2
Stollen: luchtige omeletten, ge‐
bakken eieren.
2 - 3
Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk‐
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
3 - 4
Stomen van groenten, vis en
vlees.
4 - 5
Aardappelen stomen.
4 - 5
Bereiden van grotere hoeveel‐
heden voedsel, stoofschotels
en soepen.
6 - 7
Zacht bakken: kalfsoester, cor‐
don bleu van kalfsvlees, kote‐
letten, rissoles, worstjes, lever,
roux, eieren, pannenkoeken,
donuts.
7 - 8
Door-en-door gebraden, opge‐
bakken aardappelen, lenden‐
biefstukken, steaks.
9
Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou‐
lash, stoofvlees), frituren van friet.
Kook grote hoeveelheden water. Booster wordt geactiveerd.
De gegevens in de volgende tabel
dienen slechts als richtlijn.
Gebruik om:
Tijd (min)
zoals
Een deksel op het kookgerei
nodig
doen.
5 - 25
Van tijd tot tijd mengen.
10 - 40
Met deksel bereiden.
25 - 50
Voeg minimaal twee keer zo
veel vocht toe als rijst en roer
gerechten op melkbasis halver‐
wege de procedure door.
20 - 45
Voeg een paar eetlepels vocht
toe.
20 - 60
Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
60 - 150
Tot 3 l vloeistof plus ingrediën‐
ten
zoals
Halverwege de bereidingstijd
nodig
omdraaien.
5 - 15
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
49
Tips