Nederlands
Instelling van de motoraansturing (vervolg)
Naam van CV /
registers
Motor-
frequentie
(LD-W-32)
Aanwijzing: wanneer de rijeigenschappen van de loc bij de standaardinstelling van 480 Hz
niet naar tevredenheid zijn, moet u de motorfrequentie instellen op 60 Hz.
Remgedrag bij
gelijkspanning
Aanwijzing: Standaard wordt bij het aanleggen van een gelijkspanning op de rails naar
analoog bedrijf omgeschakeld. Wordt de decoder op een modelspoorweg met een remtraject
gebruikt die op het aanleggen van een gelijkspanning is gebaseerd (b.v. Märklin**-
remtraject), dan moet de analoog herkenning uitgeschakeld worden (in CV#29) zodat de loc
zoals gewenst op het remsignaal reageert.
De weergave van de negatieve of positieve gelijkspanning wordt in de rijrichting van de loc
gezien bepaald door de rechter railstaaf.
Optrek-kick
Voorbeeld: CV#65 = 6 à De motorspanning bij het optrekken komt overeen met de spanning
die in het rijbedrijf bij rijstap 6 (van 255) ligt. Deze wordt direct met de in CV#4 ingestelde
remrate op de daadwerkelijk gekozen rijstap gereduceerd. Na verandering van CV#4 kan
daarom een verandering van CV#65 noodzakelijk zijn.
Pagina 38
CV-
Rg.
Invoerwaarde
Nr.
-Nr.
(Defaultw.)
9
48
0, 1 (0)
27
49
0, 32, 64,96
(0)
0 ... 255
65
62
(LD-G-30: 0)
(LD-G-32: 0)
(LD-W-32: 55)
Locdecoders serie 30
Verklaring en aanwijzingen
= Frequentie, waarmee de
motor wordt aangestuurd.
480 Hz
60 Hz
Geen remmen
bij gelijkspanning
Remmen bij negatieve
gelijkspanning
Remmen bij positieve
gelijkspanning
= kortstondige verhoging
van de motorspanning bij
het wegrijden om uit stil-
stand te kunnen optrekken.
0
0
0
32
64