LD-G-32.2 en LD-W-32.2
kleur en zou in de technische gegevens van de LED aangeven moeten
zijn. Zijn er geen fabrieksgegevens voorhanden, dan kunt u voor witte
en blauwe LEDs 4V, voor gele, oranje, rode en groene LEDs 2V
aannemen.
De resterende spanning moet door de voorschakelweerstand worden
"onderdrukt". De formule voor de berekening is:
nodig R
[Ohm] = ( U
V
V
U
= voedingsspanning (piek) | ∑ U
B
I
stroom bij max. lichtsterkte.
F =
Parallel aansluiten van LEDs
Als alternatief kunnen meerdere LEDs parallel worden aangesloten,
maar dan moet voor elke LED een voorschakelweerstand worden
gebruikt. De stroom bedraagt al naar gelang de waarde van de
voorschakelweerstand max. 20 mA per LED. Het maximaal aantal LEDs,
dat parallel op een uitgang aangesloten kan worden, wordt als volgt
berekend:
Stroom, die max. op de uitgang aanwezig is
- som van de stromen door alle LEDs
> 0
Hierbij is het grote voordeel, dat de LEDs bij het bereiken van de
doorlaatspanning al oplichten (2 tot 4 V, al naar gelang de kleur),
waardoor ze bijzonder geschikt zijn voor gebruik in analoog bedrijf.
Nadeel is de grote stroomopname. De voorschakelweerstand wordt als
volgt berekend:
nodig R
[Ohm] = ( U
V
U
= voedingsspanning (piek) | U
B
I
= stroom bij max. lichtsterkte
F
Om stroom te besparen, kunt u de stroom van de LEDs zonder
helderheidverlies, in de regel tot 10 mA begrenzen.
[V] – ∑ U
[V] ) / (I
F
B
F
= som van de doorlaatspanningen van alle LEDs
F
[V] – U
[V] / (I
B
F
= doorlaatspanning van de LED
F
[mA] x 0,001 )
F
F
[mA] x 0,001 )
F
Nederlands
Pagina 25