BlueHelix ALPHA 34 C
bilisatoren bevatten en in installaties met lage temperatuur specifieke biociden voor gebruik in verwarmingsin-
stallaties.
Aanbevolen chemische conditionerende stoffen:
SENTINEL X100 en SENTINEL X200
FERNOX F1 en FERNOX F3
Het apparaat is voorzien van een antivriessysteem dat de verwarmingsketel in de verwarmingsmodus in-
schakelt als de aanvoertemperatuur van het water onder de 6°C daalt. Het systeem is niet actief als de elek-
triciteit en/of het gas van het apparaat wordt afgesloten. Gebruik voor de bescherming van de installatie zo
nodig een geschikte antivriesvloeistof die aan dezelfde eisen voldoet als hierboven zijn beschreven en die in
de norm UNI 8065 zijn opgenomen.
Als het installatie- en aanvoerwater geschikte chemisch-fysische behandelingen en regelmatig terugkerende
controles ondergaat die de vereiste parameters voor industriële procestoepassingen kunnen garanderen, mag
het product in installaties met open vat worden geïnstalleerd met een zodanige hydrostatische hoogte van het
vat dat aan de minimale werkingsdruk die in de technische productspecificaties is vermeld wordt voldaan.
Aanslag op de uitwisselingsoppervlakken van de verwarmingsketel als gevolg van het niet-naleven
van bovenstaande voorschriften doet de garantie vervallen.
Antivrieskit voor installatie buiten (optional - 013022X0)
Als het apparaat buiten wordt geïnstalleerd op een plaats die gedeeltelijk beschermd is tegen temperaturen lager dan
-5°C en tot maximaal -15°C, moet de verwarmingsketel uitgerust zijn met een geschikte antivrieskit. Raadpleeg de
aanwijzingen in de kit voor een correcte montage.
2.4 Gasaansluiting
B
Alvorens de aansluiting uit te voeren, controleren of het apparaat is voorbe-
reid voor de werking met het beschikbare type brandstof.
Het gas moet, in overeenstemming met de geldende wetgeving, worden aan-
gesloten op de desbetreffende aansluiting (zie fig. 35) met een starre metalen
buis, of met een flexibele leiding met continue wand van roestvrij staal. Tus-
sen de installatie en de verwarmingsketel moet een gaskraan worden aange-
bracht. Controleer of alle gasverbindingen goed lekdicht zijn. Als dat niet het
geval is, kan er brand-, explosie- of verstikkingsgevaar bestaan.
2.5 Elektrische aansluitingen
WAARSCHUWINGEN
B
KOPPEL DE KETEL LOS VAN HET ELEKTRICITEITSNET MET BEHULP VAN
DE HOOFDSCHAKELAAR ALVORENS WERKZAAMHEDEN UIT TE VOEREN
WAARVOOR DE MANTEL MOET WORDEN VERWIJDERD.
RAAK DE ELEKTRISCHE COMPONENTEN OF CONTACTEN NIET AAN ALS
DE HOOFDSCHAKELAAR IS INGESCHAKELD! GEVAAR VOOR ELEKTRI-
SCHE SCHOKKEN MET LETSEL- OF LEVENSGEVAAR!
B
Het apparaat moet aangesloten worden op een doeltreffende aarde-installatie die
uitgevoerd is zoals voorzien door de geldende veiligheidsvoorschriften. Laat door
een vakman controleren of de aarding efficiënt en afdoende is. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor eventuele schade die ontstaat doordat de installatie niet geaard
is.
NL
cod. 3542B990 - Rev. 00 - 12/2022
93